>•*1 STtjflfr 011s R((itn yu.nulf'x-.vxiw.clrii WH. 'rlnt/i j»Mnj inn'r /iccrWilir
fwtr swïi^init hen* wou rrrs soon vct/largc» «p/btdmgrr I nut chr Mr cii^c/omrl>
>D(ivti!.rïi clir't>attis hnddc fcrm/s Aaertf> ^ehrutii.fn haddc v. j.irr gn"fg«rf
Afb. 25 Willem I van
Egmond. Afbeelding, zoals
die als manshoog portret
de ridderzaal van het Slot
op den Hoef zou hebben
gesierd. Dirk Wouters
heeft deze afbeeldingen
overgenomen in zijn
Genealogische Kroniek
van het Geslacht Egmonf
van 1565. Deze kroniek
bevindt zich nu in de
Koninklijke Bibliotheek in
Brussel
De valse brief is uiteindelijk door de pauzen Bonifacius en Clemens V in de
jaren 1302 en 1310 bekrachtigd.
In het artikel wordt het verhaal op schilderachtige oud-hollandse wijze als
volgt beschreven:
Willem de I, ridder, hy krabde, als zyne vader, al voort het oude seer
wederom op, menende al mede een vast en onwedersprekelyk recht tot het
meêrgemelt Advokaetschap te hebben, dat niet alleen aenzienelyk, maer ook
zeer voordeeligh was. De Abt Lubbert van Ryswyk gaf hem wel het zelve
Advokaetschap en eenige goederen te leen, maer zonder de toestemminge
zyns kapittels, en hy, door deeze vergunninge te meerder opgeblazen en des
te moediger geworden, speelde hoe langer hoe grover den baes, en riep
niet alleen de huislieden en dienstknechten der Abdye en Abt, maer ook de
74 Geestgronden, 19 (2012), nr. 2/3