De rentmeestertoren wordt in 1836 vrijwel helemaal gesloopt. De heerlijkheid
blijft vele generaties tot in 1917 in handen van deze familie en aangetrouwden.
In dat jaar wordt de heerlijkheid verkocht aan Cornelis van der Vliet die
daarmee de 14de heer werd. In 1933 wordt het terrein verkocht aan de
Provincie Noord Holland. Het slotterrein kwam daarmee onder het beheer
van het Provinciale Waterleidingbedrijf Noord-Holland te vallen. Tevens was
dit het einde van de heerlijkheid.
Onze schrijver uit het begin van de 18de eeuw vertelt dit:
...tot in den jare 1722, wanneer dit slot met alle zyne achterlenen, lenen
en gerechtigheden wederom verkocht is voor eene somme van elf duizent
guldens aen den hoogedelen en welgeboren heere Gerard van Egmont
vander Nyenburg, Jongsten zoone van wylen heer Gerard van Egmont vander
Nyenburg en vrouwe Machtilde van Foreest, die ten zeiven tyde ook koper
wiert van de heerlikheit der drie Egmonden en Rinnegom voor Vier en zestigh
duizent en Vyf hondert guldens, en aldus deeze aloude heerlikheit wederom
aen een tak des edelen Egmontschen geslachts overgebraght heeft,
Gerard van Egmont vander Nyenberg, afkomstigh van Willem van Egmont,
Jonger broeder van Arent van Egmont, hertogh van Gelder en grave van
Zutphen. Het slot hoewel geheel vervallen, behalven eenen vierkanten toren,
bequam hy ten onversterflyken Erfleen met alle deszelfs afterleenen en
gerechtigheden voor elf duizent guldens en Rinnegom met de drie Egmonden
voor Vier en zestigh duizent en vyfhondert guldens, en zulx met het recht
van aenstellinge van Baljuw, Schouten en Secretaris na de aflyvigheit van
de geenen, die ten tyde van deezen koop, die amten bedienden, de goet-
of af-keuringe eens beroepen werdenden predikants, voor zoo lange de
Ambachtsheer in der tyt van den Hervormden Godsdienst wezen zal, wyders
Afb. 23 (op de volgende pagina's) Kaart van het Historisch Kadaster van W.J. van
den Berg van Egmond aan den Hoef, geprojecteerd over een Google Earth afbeelding
van 2012. Opvallend is dat het gebied nooit herverkaveld is, bijna alle kavels liggen
nog net zo als vroeger. In vroeger tijd liep de Tichellaan veel verder door. Aan de
Tichellaan (nu, net buiten de bebouwde kom) lagen deTichelsde plaats waar de klei
tot stenen werd verwerkt. Er liep ook een vaart {Oude Vaart) langs voor het transport
en aan de andere zijde van deze vaart werd in de Kleipettende klei gewonnen (nu
in het weiland). Mogelijk zijn hier de stenen van het slot gebakken. Daar waar nu de
Boswaidschool staat met de omringende woonwijk, was voorheen een bos.
Geestgronden, 19 (2012), nr. 2/3
69