Op 10 november 1920 kwam de toestemming van de provincie Noord- Holland: 'De toestemming is verleend, overwegende dat het voor de gemeente van zeer groot belang is dat deze plannen tot uitvoering komen, aangezien de waarschijnlijkheid bestaat dat hierdoor de gemeente tot bloei zal geraken. dat de in de koop gevraagde grond grotendeels bestaat uit duingrond en voor de gemeente niet te exploiteren is. dat er thans voor deze grond een prijs te maken is die aanzienlijk hoger is dan de prijs die door de gemeente bij aankoop in 1917 betaald is. Als enige éxtra voorwaarde wordt genoemd dat de overdracht plaats zou moeten hebben vóór 1 juni 19211}. Nog voordat er ook maar één vierkante meter grond daadwerkelijk was aangekocht, stuurde Muylwijk een brief naar Gedeputeerde Staten, waarin hij toestemming vroeg om de duinpercelen tot op bepaalde hoogte af te mogen graven. Wonderbaarlijk genoeg kreeg hij die toestemming al op 5 januari 1921, nog steeds zonder dat er ook maar een meter grond van Wisse was2). Muylwijk liet er echter geen gras over groeien en begon direct, geholpen door werklozen uit de omgeving, met het afgraven van het duingebied tussen Egmond aan Zee en Egmond aan den Hoef. Een voor het verhaal interessante ontwikkeling vindt plaats op 15 januari van dat jaar, als een eerste klacht binnenkomt. De Commissaris van de Koningin ontvangt een brief namens twee Egmondse landbouwers met een verzoek tot audiëntie. Muylwijk is namelijk wel heel enthousiast aan het afgraven en graaft vooral de in het gebied aanwezige wegen (Delverpad en Nachtegalenpad) dieper af dan toegestaan3). Het meest interessante aan deze brief zijn de namen van de twee klagers: J. van der Pol en M. Genet. Martinus Genet, getrouwd met Cornelia van der Pol, was de vader van Siem Genet en dit zou kunnen verklaren waarom deze laatste zich op 92-jarige leeftijd nog de naam van Muylwijk herinnerde. Siem, geboren in 1917, was weliswaar net 4 jaar oud toen dit speelde, maar er is ongetwijfeld nog jaren lang veel over gesproken in de familie. Hoe dan ook, de klacht werd gehonoreerd en Muylwijk werd gesommeerd direct te stoppen met het verder afgraven van de genoemde wegen. Pas na het betalen van een waarborgsom van 1.500 gulden Geestgronden, 19 (2012), nr. 2/3 45

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2012 | | pagina 11