de plaats, waar het toestel zou dalen. Toen het vliegtuig daalde was de heer Tesselaar uit Heerhugowaard in de onmiddellijke nabijheid. Ofschoon hij werd gewaarschuwd, verwijderde hij zich slechts enkele stappen van de plaats waar het toestel ongeveer zou dalen. Het gevolg was, dat het toestel hem raakte. De heer T. werd naar het ziekenhuis der Prins Hendrik-stichting te Egmond aan Zee vervoerd. Hij was ernstig gewond, heeft beide beenen en een arm gebroken en bovendien een schouderfractuur opgeloopen.' Tot zover een artikel dat gaat over een ongeluk op het strand. Veel kranten artikelen gingen in die dagen ook al over ongelukken. Maar een ongeluk met een zweefvliegtuig was toch wel heel bijzonder. Je kunt je voorstellen dat dit ongeluk het gesprek van de dag was en dat iedereen er een mening over had. Zo ook mevrouw Van Houten-Berg die het artikeltje las. Zij had namelijk kort voor het ongeluk zelf een nare ervaring met zweefvliegtuigen op het strand. Zij vindt dan ook dat er geen sprake is van een unieke situatie, nee zij ziet een tendens van gevaarlijke situaties op het strand. Zo erg is zij hiervan geschrokken dat ze de moeite heeft genomen om naar aanleiding van het krantenartikel over de onfortuinlijke heer Tesselaar de pen op te nemen en een brief te sturen naar de krant met haar ervaringen en opvattingen. De krant besluit haar brief op 23 augustus 1932 te plaatsen met erboven de kop Het ongeluk te Egmond aan Zee. Gevaarlijk zweefvliegen? Een badgast uit Egmond aan Zee schrijft ons het volgende ingezonden stuk'. Hieronder de letterlijke tekst van de brief. Met groote verbazing heb ik in verschillende dagbladen het verslag gelezen over het ongeluk, gebeurd bij 't zweefvliegen te Egmond aan Zee. Is dit door de autoriteiten een opzettelijk scheeve voorstelling van het gebeurde?Ten eerste; tot gisteren 21 augustus is het strand nooit vrijgehouden voor de demonstratie der vliegers. Ten tweede; geen enkele waarschuwing helpt wanneer het vliegtuig eenmaal op gang is gebracht, en zeker niet op de plaats waar het ongeveer terecht zal komen, want de vliegeniers zijn leerlingen en hun toestel absoluut niet meester. De vluchten zijn lang of kort, het vliegtuig gaat hoog of laag, rechts of links al naar de wind het drijft. Soms daalt het na 10 meter, soms komt het tot halverwege Bergen, of zoo als eenmaal gebeurd is te midden der tenten van de badgasten en is 't algemeen 'sauve qui peuf (ieder voor zich). Mijns inziens treft de volle verantwoordelijkheid van dit ernstig ongeluk niet het slachtoffer dat verminkt voor zijn leven in 't ziekenhuis ligt, maar de autoriteit die den avond te voren uitdrukkelijk gewaarschuwd is voor roekeloosheid der vliegeniers. Geestgronden, 18 (2011), nr. 4 135

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2011 | | pagina 39