Een brik is een zeilschip met 2 masten met vierkante zeilen. De achterste mast
voert aan de onderzijde bovendien een bezaan of brikzeil. Dat er een reder in
Rinnegom was die zo'n statig schip bezat lijkt een ware verrassing. Onderstaand
wordt het verhaal van de brik Adelbertus vertelt, die van 1876 tot 1881 in handen
was van Jacob Valkering. We weten dat het schip stukgoederen vervoerde. Jam
mer genoeg zijn daarvan geen details bekend.
Jos Hof
DE BRIK ADELBERTUS
Inleiding
Een bekend gegeven is dat er te Egmond aan Zee tot aan het begin van de 20e
eeuw diverse rederijen gevestigd waren. Op zich niet verwonderlijk, aangezien
het dorp een van de belangrijkste vissersplaatsen aan de Noordzeekust was.
Mede daarom wellicht interessant om voor Geestgronden een artikel te
schrijven over een schip waarvan de rederij gevestigd was in Rinnegom. Een
plek die je niet direct zou verwachten!
Het schip
Op 29 april 1876 tekent Jacob Valkering, landbouwer te Rinnegom, ten kantore
van notaris W. Gouwe te Alkmaar de koopakte waardoor hij eigenaar wordt
van de brik 'AdelbertusDe oorspronkelijke naam van het schip, 'Mariquinha'
verandert hij in 'Adelbertus', de patroon van de Rinnegommerkerk. Het is zijn
parochiekerk, waar hij ruim 50 jaar als organist actief zou zijn. Onder toezicht
van de gezagvoerder, kapitein George Strootman, zal het schip te Nieuwe
Diep (Den Helder) worden vertimmerd en voor de toekomstige zeereizen
worden gereedgemaakt. Wat aan aanschaf, vertimmering en uitrusting zoal
werd uitgegeven, lezen we in het kasboek van het schip:
Aankoopschip f 3.000
Scheepswerf De Lastdrager te Nieuwe Diep (Den Helder):
De kosten van vertimmering 7.036
Geleverde zeilen, vlaggen, blokken, schijven, want en touwwerken 4.437
Smeedwerk, schilderwerk, koper, kettingen, tros en mast 2.425
Kettingen, watervaten, waterketels, bekleding en tuigloon 1.768
Rekeningen betr. scheepsbenodigdheden: victualiën,
spek, vlees, sterke dranken, boter, brood en medicijnen, 807
Timmergereedschap, zeekaarten, aardewerk, glaswerk, stoelen, klok 210
84 Geestgronden, 18 (2011), nr. 2/3