De Roomse gemeente in de Egmonden moest het met slechts één pastoor doen
en als deze (in dit geval Petrus 't Zul) in het begin van de 18e eeuw (1723)
kiest voor het Jansenisme (de Oud Katholieke kerk) zijn de katholieken die
Rome trouw bleven aangewezen op de omliggende gemeentes waaronder
Heiloo, Limmen en Alkmaar.
In het Registrum Memoriale van de Rinnegommer kerk2), waarin o.a. vastgelegd
zijn de pastoors, kapelaans, weldoeners en schenkingen, hebben diverse
pastoors aantekeningen geplaatst van bepaalde gebeurtenissen dan wel over
de geschiedenis van de parochie. Zo ook en vooral pastoor Janmaat die diende
van 1862 tot 1892.
Over de overstap naar het Oud-Katholieke geloof schrijft hij in 1871 het
volgende: Nadat in het begin der voorgaande eeuw (1723) de katholieken
dezer geteisterde streken door den noodlottigen afval der toenmalige pastoors
tot de Jansenistische scheuring en ketterij, herderloos waren geworden,
hebben ze zich een geruimen tijd, en wel meer dan zeventig jaren lang, ter
uitoefening van hunne godsdienstige pligten, naar elders bijv. Heilo of naar
Alkmaar moeten begeven
Deze tekst was een afschrift van een oudere tekst uit 1824 geschreven door
pastoor J.S. Kriek.
Schuil(schuur)kerk
Het gebouwtje aan de Visweg raakte in verval en werd in 1737 door de Roomse
Gemeente van Egmond-Binnen verkocht aan Carolus Pennaert3), de opvolger
van 't Zul. Helemaal zonder slag of stoot ging dit niet.
Hoewel Pennaert het op persoonlijke titel kocht was hij een Jansenist en de
pausgezinde katholieken (hoewel geen priester hebbende) zagen met lede
ogen hun kerkgebouw in vreemde handen overgaan. Er waren echter nog maar
weinig 'Binner lidmatenvan de Egmondse Roomse Kerk. Er werd nog wel
een poging gedaan het te behouden maar het proces daartoe aangespannen
door Wouter Brouwer, Jan Twisk en Maarten de Leeuw ging verloren en de
katholieken raakten hun kerk kwijt. Wel zat aan deze verkoop het beding van
terugkoop verbonden hetgeen ook in 1776 gebeurde.
Hetpand, ookwel Preekhuis genoemd, was in 1755 door Pennaert weer verkocht
aan zijn opvolger, C. Borger die het uiteindelijk in 1776 weer terugverkocht
aan de RK-Gemeente van Egmond-Binnen in de persoon van Jan Kraakman.
Jan E. Valkering, Harmen D. Boddemeyer, Jan C. Kaandorp, Jan Mol, Louris
Wittebrood en Willem Rongen stonden borg voor het benodigde bedrag van
Fl. 3690,-. Bij de koop zaten ook twee percelen grond.
Geestgronden, 18 (2011), nr. 1