belijden van het geloof en het verbeurd verklaren van alle bestaande kerken.
Deze werden ter beschikking gesteld aan de Gereformeerde Kerk ook al had
zij in bepaalde gebieden zo weinig aanhang dat de kerken tot verval gedoemd
waren. Tussen 1644 en 1780 was het de katholieken niet toegestaan hun geloof
te belijden in als zodanig herkenbare gebouwen als kerken en werden zij niet
toegelaten tot welke openbare functie dan ook. De komst van de Fransen eind
18e eeuw en de stichting van de Bataafse Republiek maakte een einde aan
deze suprematie van de Gereformeerde Kerk. Niet langer was zij Staatskerk
en niet langer hoefden de katholieken steekpenningenhet z.g. admissie/
recognitiegeld - aan de baljuwen te betalen om gedoogd te worden dan wel
om een schuilkerkje te mogen gebruiken.1}
Hoe ging dat in Egmonden?
Ook hier waren de kerken, of beter gezegd wat er van overgebleven was na de
verwoesting door de geuzen in 1573 van de Adelbertkapel in de duinen, van
de Abdij en de Buurkerk te Egmond-Binnen en van de Agneskerk te Egmond
Afb. 2 De Buurkerk (rechts) anno 1660 - (is ten noorden van de huidige hervormde
kerk); links restanten van de totaal verwoeste historische Abdijkerk
4
Geestgronden, 18 (2011), nr. 1
1($rr£: wyA (AavV /vStYy