Als bestuurder was Witsen in 1702 betrokken bij de onderhandelingen tussen
Frederik I van Pruisen met de Staten-Generaal over de nalatenschap van
Willem III van Oranje, de koning-stadhouder. In 1704 werd hij ambachtsheer
van Amstelveen. Witsen was ook betrokken bij de erfenis van Johan van
Scharphuizen, de gouverneur van Suriname en plantage-eigenaar.
Verzamelaar en wetenschapper
Het uitgebreide netwerk van relaties dat Witsen onderhield met allerlei delen
van de wereld, stelde hem in staat een grote verzameling kunst en rariteiten
aan te leggen. Zo bracht Witsen in zijn huis, Herengracht 440, een belangrijke
collectie bijeen van schelpen, koralen, dierpreparaten, insecten, edelstenen,
munten, bodemvondsten, schilderijen, beelden, wapens, porselein, lakwerk,
boeken en tekeningen. Hij stuurde zelfs tekenaars naar verre streken in de oost.
Witsen bezat ook een eigen herbarium voor exotische planten die ondermeer
bezocht werd door bekende wetenschappers uit die tijd. Maria Sibylla Merian,
befaamd entomoloog en natuurschilderes tekende ondermeer enkele planten
uit de verzameling van Witsen. In 1713 schonk Witsen twee koffieplantjes
aan de Hortus Botanicus Amsterdam, waarmee hij mede verantwoordelijk
werd voor de introductie van de koffieplant in Europa. Later zouden stekjes
met succes in Suriname worden uitgezet.
Afb. 10 Portret Nicolaas Witsen
door Petrus Schenk 1701
Geestgronden, 18 (2011), nr. 1 15