zelf gemaakte houtsneden. Het boek, een opeenhoping van feiten, werd al
gauw als een standaardwerk gezien. Zelfs tsaar Peter de Grote wist het boek
op zijn waarde te schatten. Correspondentie tussen Witsen en de tsaar leidde
tot de bestelling van enkele oorlogsschepen bij Amsterdamse werven. Als
dank kreeg Witsen recht op Rusland handel te drijven.
In 1674 huwde Witsen met Catharina de Hochepied, dochter van een ver
mogende Waalse predikant. Het echtpaar kreeg vier dochters die echter allen
vroeg stierven. In de jaren hierna verbleef het gezin in Den Haag maar in
1680 keerde het echtpaar terug naar Amsterdam.
Het Aansprekersoproer
Op 31 januari en 1 februari 1696 was er een groot oproer in Amsterdam. Om
dat de mannen die de overlijdensberichten naar familie, vrienden en beken
den brachten alleen nog officieel benoemd zouden mogen worden door de
stad, reageerden de ongeveer 300 aansprekers met protest waarbij de armen
van de stad opgezet werden tegen het bewind. Het oproer richtte zich op hen
die het nieuwe voorstel hadden bedacht. Het protest liep al snel uit de hand
en er volgden vernielingen en plundering. De schutterij sloeg uiteindelijk het
oproer neer. Er werden twaalf daders opgehangen en sommige werden naar
Suriname verbannen.
Vanaf 1682 tot 1705 vervulde Witsen dertien maal het ambt van burgemees
ter van Amsterdam. Zijn burgemeesterschap verliep zeker niet zonder pro
blemen. Zo raakte Witsen in gewetensnood toen hij in 1688 de overtocht van
Willem III van Oranje naar Engeland moest steunen, om daar Jacobus II van
Engeland, de katholieke koning en Willems schoonvader, van de kroon te
stoten. Tijdens het Aansprekersoproer bleef Witsen op z'n post in het stad
huis, terwijl het gevaar bestond dat zijn huis geplunderd werd. Zijn zakelijke
en bestuurlijke leven stelden Witsen ook in staat om in 1697 een stage voor
de tsaar te regelen op scheepswerven van de Verenigde Oost-Indische Com
pagnie (VOC) tijdens diens bezoek aan Amsterdam. Witsen was in 1693 be
windhebber bij de VOC geworden.
In 1690 had Witsen ook het boek Noord en Oost Tartaryen gepubliceerd.
Hierin beschreef hij, vijfentwintig jaar na zijn reis naar Moskou, wat hij in
Siberië en omringende landen had gezien. Het boek bevatte ook de eerste
kaart van Siberië. Later, in 1705 verscheen een tweede editie en postuum nog
één in 1785. Wat de scheepvaart betreft publiceerde Witsen in 1692 ook nog
het tweede deel van zijn overzichtswerk onder de titel Architectura Navalis.
14 Geestgronden, 18 (2011), nr. 1