Jaap Glas
Jacob Glas werd geboren op 19 september 1832 en groeide op in een
straatarm gezin. Jacob was de naam die in zijn geboorteakte stond, maar hij
werd meteen al Jaap of Japie genoemd. Zijn vader Arie Glas was, net als de
meeste mannen uit het dorp, visser. Zijn moeder, Antje Glas-Dekker, zorgde
voor het huishouden. Het was een erbarmelijke tijd. Niet zelden bleef een
kostwinner op zee en moest de vrouw zich zien te redden met haar vaak grote
gezin. Iedereen was arm, maar de saamhorigheid was groot en men hielp
elkaar. Regelmatig werden in het land inzamelacties gehouden voor de arme
bevolking van Egmond aan Zee.
Jaap werd wel ouder, maar bleef klein van stuk. Daarom kreeg hij de bijnaam
Japie-Japie of in het Derps 'Jaepie-Jaepie'. Hij werd, net als zijn vader,
visser.
Op 27 mei 1860, op eerste Pinksterdag woedde er een behoorlijke storm.
De dag erna groeide de storm uit tot een orkaan. Vele schepen zijn in dat
weekend vergaan, waarbij veel vissers omkwamen. Het zou de eerste keer
worden dat Jacob Glas meeging met de reddingsboot. Die dag hielp hij bij
twee reddingen, waarbij achttien personen gered werden. De voorj aars storm
van 1860 zou nadien blijvend de geschiedenis ingaan als de Pinksterstorm.
De toenmalige meteoroloog Buys Ballot, oprichter van het KNMI, ijverde
daarna voor het invoeren van een stormwaarschuwingsdienst die in 1864 tot
stand kwam.
Regelmatig werden de Egmondse redders geëerd voor hun heldhaftig
optreden. Zo kregen zij in 1874 van de President van de Franse Republiek een
medaille van verdienste voor het redden van de bemanning van het gestrande
Franse schip André uit Nantes. In 1875 kreeg bootsman Aldert Wijker een
zilveren medaille van de Deense koning en de bemanningsleden, waaronder
Jaepie-Jaepie, 19 gulden voor het redden van de schipbreukelingen van het
Deense schip Lene Marie in 1874.
Bijna dertig jaar was hij bemanningslid toen hij door zijn ervaring en
heldhaftigheid werd gekozen tot bootsman of schipper van de reddingsboot.
Op 27 mei 1900 was Jacob 40 jaar in dienst van de N.Z.H.R.M. Hij kreeg
daarbij een getuigschrift en 25 gulden. Op 10 oktober 1903 volbracht hij
zijn laatste redding toen hij reeds 71 jaar was en 11 mensen redde van de
gestrande K.W. 29 De Drie Gezusters. Een jaar later bedankte hij als schipper
en werd hij opgevolgd door Phillippus Stam.
135
Geestgronden, 17 (2010), nr. 4