daar te ruste gelegde graven. In het historische museum in Rijnsburg is o.a.
een maquette van de gebouwen te zien. Deze abdij moet duidelijk kleiner
en soberder zijn geweest dan het complex in Egmond. De historische band
tussen beide plaatsen is nog merkbaar. De achternamen Egmonden 'Van
Egmond' komen nog steeds veelvuldig voor in Rijnsburg.
In 2008 is er door toedoen van de heer Cordfunke (5) en de Provincie
Noord-Holland in de abdijkerk te Egmond een graftombe onthuld en een
herinneringsplaats gemaakt vanwege de grafsteden van de graven van
Holland.
De periode vanaf 1909, na oprichting van de St. Adelbertstichting
Er werden plannen gemaakt om de publiciteit te zoeken, maar verder
gebeurde er in de jaren daarna niet veel. De commissie sprak over aankoop
van de Adelbertus Akker, maar uiteindelijk werd de akker gekocht door
Gerrit van den Bosch, een margarinefabrikant uit Alkmaar, die daar ook
gemeenteraadslid was en zich onder andere ook inzette voor herstel van Onze
Lieve Vrouw ter Nood in Heiloo.
Jan Stuyt bouwde in 1913 de kapel bij onze Lieve Vrouw ter Nood en in 1922
de kerk inclusief pastorie en school te Egmond aan de Hoef.
In 1923, 350 jaar na de verwoesting van de abdij, hield Gerrit van den Bosch
lezingen over 'het herleven van Kennemerland'Op 25 juni van dat jaar,
Adelbertdag, bracht Mgr. Callier een bezoek aan Egmond. Jan Stuyt en Gerrit
van den Bosch hadden hem daarvoor uitgenodigd. Ook werd Gerrit van den
Bosch in dat jaar lid van de St. Adelbertstichting, waarvan hij de nieuwe
trekker werd.
In 1926 deed het vernieuwde bestuur van de stichting wederom een beroep
op het Generaal Kapittel van de Benedictijnen om te mogen starten met de
bouw van de abdij. Het antwoord was negatief omdat de priorij van Wisques
prioriteit had. In dat verband werd tijdens een vergadering van het stichtings
bestuur in 1927 door de voorzitter, Dom De Puniet, gesteld dat de stichting
van een nieuwe abdij op de eerste plaats een zaak van geestelijk belang was,
die alleen door de geestelijke overheid kon worden beslist. Wel werd in
datzelfde jaar een propaganda comité gevormd met als voorzitter de, door
Gerrit van den Bosch daarvoor aangezochte, oud minister president Jhr. Ruijs
de Beerenbrouck. Professor Aengenent was een van de leden, evenals Jan
Stuyt. Van den Bosch hoopte dat Jhr. Ruijs de Beerenbrouck zijn invloed zou
kunnen aanwenden om de bouw van de abdij op de oorspronkelijke plaats te
laten uitvoeren en daar ook de nodige gelden voor zou weten te verzamelen.
Geestgronden, 17 (2010), nr. 4 119