Engel Konijn liet zich door de verhalen die hij als kind van zijn 'opoe' hoorde
inspireren om het onderstaande, typisch Egmondse, verhaal te schrijven.
Afb. 14 Foto van de Egmond-kamer in het museum van Egmond aan Zee anno 2010
Geestgronden, 17 (2010), nr. 3 93
Engel Konijn
EEN DUISTERE KANT VAN HET OUDE DERP
Als kind voelde ik mij altij d zeer gelukkig in het toen nog originele huiskamertj e
van het Emondzeeër Museum. Als mijn benen een beetje vermoeid waren
geraakt door het langs de vitrines lopen, ging ik met een dankbaar gevoel
op de zwarte Meehelse stoel zitten en keek het kamertje rond. Op de tafel
stonden de bekende gebruiksvoorwerpen uit het einde der negentiende eeuw:
het vliegenglas, waarin geen vlieg te vinden was, het theeblaadje met kopjes,
de suikerpot, het bestek, de brillendoos, de oude krant, de tabakspot en de
kwispedoor.
Boven de tafel hing de petroleumlamp, waarvan ik mij steeds afvroeg hoeveel
licht die kon geven: er zat een vergasserdop in de brander, die er zo anders
uitzag dan een gewone pit, die kon wel eens een grotere lichtopbrengst
opleveren dan vermoed.