Conijn en Janke Nauta scheiden op 22 januari 1903 te Amsterdam. Deze
gegevens doen vermoeden dat de molen tussen juni 1883 en februari 1888
door Johannes Lambertus Conijn is verkocht. De gegevens in het kadaster
vermelden in mei 1891 dat ene Adrianus Johannes Mulders, korenmolenaar
te Egmond-Binnen eigenaar is en dat de toestand van de molen is veranderd
door 'slooping'. In september 1891 wordt deze Adrianus Johannes Mulders
wederom genoemd als eigenaar, nu niet van een molen maar van een erf. Wat
is er gebeurd?
Afb. 10 Korenmolen De Hoop voor de brand van 19 maart 1891, fotograaf onbekend
Brand
Het einde van de molen kwam in 1891 toen deze door een felle brand werd
verwoest. Lange tijd was niet duidelijk wanneer exact en hoe de molen is
verdwenen maar bij het doorlezen van de raadsnotulen van de gemeente
Egmond-Binnen uit de jaren 1890 - 1892 kwam Eric Zwijnenberg, eigenaar
van de Wimmenumermolen, in de notulen van 15 juli 1891, onder punt 21 de
volgende passage tegen: 'het probleem der brandspuit tot heden nog niet is
geschied, doch dat zulks door hem [de voorzitter, EZ] vooralsnog overbodig
voorkomt wegens de onlangs gedane werking bij de brand te Egmond aan den
Hoef, hetwelk door vele leden wordt toegestemd.Dit deed Eric Zwijnenberg
veronderstellen dat die brand wel eens die van de korenmolen kon zijn.
Teruglezend in de Alkmaarsche Courant (op microfiche) stuitte hij op het
volgende bericht:
86
Geestgronden, 17 (2010), nr. 3