Wij reden over Bennekom, Ede, Scherpenzeel en overal stonden onder de bomen Duitse troepen en geschut. Zij wachtten tot de maan zou ondergaan. Door een van de Duitse posten werden wij tot stoppen gedwongen en werd ons bevolen de Nederlandse vlag te verwijderen. Toen wij hun vroegen waar om wij voor dit bijzondere geval de vlag niet mochten gebruiken zeiden zij Een overwonnen land heeft geen vlag meer" Wij moesten echter door en hoopten nu maar dat de jagers eerst de weg zou den verlichten en het Rode Kruis zouden zien, voor zij besloten hun boordge- schut te gebruiken. Er gebeurde echter verder niets en toen wij in Zeist aankwamen werden wij daar ondergebracht in het blindeninstituut "Barthimeus"Wij werden daar liefderijk, ontvangen door de Directrice en haar helpsters. Allen waren zij wakker gebleven om de oude mensen te verzorgen. Wij wer den onthaald op brood met thee. In alle leslokalen lag een dikke laag stro en voor de eerste nacht moesten de mensen hierop slapen. Naar Drakenburg 8 October 1944 Eindelijk gingen wij nu naar een bestemming waar wij vol gens onze status als stichting van oud-zeevarenden ressorterende onder het "Zeevaartfront" bestuurd door een N.S.B.-bestuur en met een N.S.B.-Direc teur thuis hoorden. Namelijk naar Drakenburg een vormingsoord van het Nederlandse Arbeidsfront" Bij ons eerste bezoek aan het gebouw zagen wij overal aan de muren de por tretten van Hitler en Mussert. Eoto]s van het oostfront ter verheerlijking van S.S., N.S.K.K. en wat dies meer zij. Wij begonnen nu te merken dat wij werden gerekend te behoren tot een groep die het grootste gedeelte van het Nederlandse volk niet sympathiek was. De waterleiding functioneerde niet meer. Wat gas en electra betreft, was het net zo gesteld. De Directeur schreef hierover: Heb mij tot de Ortskommandant gewend en ondervinden van de Duitse autoriteiten veel medewerking om de door de Hollandse instanties genomen beperkingsmaatregelen ongedaan te maken"Maar deze autoriteiten konden er weinig aan doen dat wij voor de door ons geleverde distributiebonnen geen peulvruchten, vlees en wat dies meer zij konden krijgen. Wij kregen steeds te horen Wij hebben niet" Ik bracht toen zelf een bezoek aan de diverse leveranciers in Hilversum en had met hen een gesprek onder vier ogen. Ik wist hun duidelijk te maken dat zij bezig waren de verkeerden dood te laten hongeren en toen bleek dat men nu onze bon nen wel wilde honoreren en dat wij er ook levensmiddelen voor konden krijgen. Geestgronden, 17 (2010), nr. 1/2 57

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2010 | | pagina 59