te doen als de avond valt en de mannen zijn nog niet thuisgevaren? In het
boek 'Vuurtorens' beschrijft Romke van der Veen het zo: Onvoorstelbare
spanningen moet dat hebben gegevenLangdurige onzekerheid, wild opstoken
van het vuur om de vissers daarmee als het ware terug te trekken naar de
kust, soms met succes, vaak tevergeefs...'
Vuurbakens
Eeuwenlang zijn de torens van de abdij van Egmond het voornaamste baken
voor de scheepvaart. In het midden van de veertiende eeuw laat graaf Jan
II van Egmond de Agnietkerk bouwen met een reusachtige toren van 44
meter hoog. Ook een baken voor de scheepvaart. Aangenomen wordt, dat de
spitsloze toren van 10x10 meter in het vierkant, zo is gebouwd om zo nodig
een vuur op te kunnen stoken, maar van dat laatste is geen bewijs gevonden.
Vanouds wordt alleen gevuurd voor de eigen vissers, maar dat is op den
duur niet meer voldoende. In 1613 verzoeken zes Alkmaarse stuurlieden via
een notaris aan de kerckmeesteren van Egmond op Zee om de vierboete te
laten vuren tot eind november de laatste haringbuysen binnen zijn. Het lijkt
er op dat er dan nog maar één vuurboet is, of in ieder geval één waar de
kerckmeesteren over gaan. Hun verzoek heeft succes.
Afb. 3 Landmeter Rollerus tekent in 1718 twee gelijke vuyrplaatsen op Bakenduin
iets ten noorden van de huidige vuurtoren. Links op de afbeelding zien we deze
houten vuurtorens. De Agnietkerk is dan al in een hachelijke situatie
Geestgronden, 16 (2009), nr. 4
95