versterken. Hij houdt bijna dagelijks het glas helder met poetsdoek en alcohol
en poetst ook het koperwerk en de ramen van het liehthuis. De lamp en de
noodverlichting op propaangas, daar mag niemand anders aankomen. Zijn
functie is veel gevarieerder dan die van zijn medewerkers, die hem over het
algemeen erg dierbaar zijn. Hij probeert ze met zijn kennis van de zeevaart
zo goed mogelijk op te leiden als kustwacht. Bij goed weer gaat hij wel eens
een uurtje seinen vanuit zijn huis naar de toren en dat is meteen wat afleiding
voor de man op wacht.
Afb. 19 Jaap de Jong met de Brandarislamp in het liehthuis van de toren. Rechts
daarvan de noodverlichting op propaangas (collectie J. de Jong)
Als een marineschip voorbij komt, wordt er ook altijd geseind met de
torenwachters om hun vaardigheid te testen. Een aardig voorval. De Hr. Ms.
van Nes, waarop de Egmondse marineman Piet van Pel seiner is, vaart voorbij
Als van Pel zich vervolgens over de radio meldt bij de toren waar hij zelf vlak
bij woont, antwoordt niet de torenwachter over de luidspreker maar Jansje,
de vrouw van Piet (op uitnodiging van de Jong). Dat is zo ongebruikelijk, dat
er grote hilariteit ontstaat op de brug van het schip.
Geestgronden, 16 (2009), nr. 4
125