uit Egmond die in een klein huisje bij de toren woont. De februaristorm in
1953 is zo hevig dat alle reddingboten op zee in actie komen. Arie en Jaap
zien voor hun ogen het Zweedse vrachtschip Virgo stranden op de Vliehors.
Terwijl de wipperploeg van Vlieland de bemanning redt, kalft het duin voor
de toren af. Diezelfde nacht breekt de Duitse tanklichter Oder doormidden op
de Gronden. De reddingboot van Den Helder weet dwars door de branding te
komen en de bemanning te redden. De mooiste redding die de Jong ooit heeft
gezien. "Toen het licht werdstond de toren op een soort schiereilandjewant
er was 100 meter duin weg."
Op zijn sokken
Intussen is Witters, de voormalige torenwachter van Egmond aan Zee, de
baas op Eierland. Menige Egmonder weet nog dat hij iedereen van het duin
van de toren verjoeg. Nu ziet Jaap een kwaaie Witters die schreeuwt naar
een jonge dame die hij op zijn sokken achterna zit, omdat zij op het terrein
van de vuurtoren is beland. Jaap heeft haar herkend als prinses Irene en hij
ontfermt zich over het geschrokken meisje dat vraagt of ze maar weg moet
gaan. Als Witters later hoort, dat hij onze prinsesheeft nagezeten, die deel
uit maakt van een koninklijk bezoek, is hij er wel vreselijk mee aan. Jaap
Afb. 17 Wachtdienst op vuurtoren Eierland, Texel 1956 (collectie J. de Jong)
122 Geestgronden, 16 (2009), nr. 4