Alleen de zeevaartschool, waar Jaap naar toe had gewild, is er bij in geschoten.
Maar het varen met zijn vader is een goede leerschool. Als pa na de oorlog
de financiering van een kotter krijgt aangeboden en het niet aandurft, zint het
Jaap niet en gaat hij naar de koopvaardij. Hij monstert aan als matroos onder
de gage' op de Amstelkerk en op zijn tweede reis op de Ridderkerk is hij al
volmatroos. Op de schoorsteen staat met grote letters HWAL: Holland West
Afrika Lijn. Maar de matrozen geven er spottend een andere betekenis aan:
Hard Werken en Armoe Lijden. Tijd voor verandering.
Afb. 16 Jaap de Jong bezig met morse seinen op het lichtschip Terscheliingerbank
1949 (collectie J. de Jong)
Een 'zeerover' als kapitein
In 1949 begint Jaap de Jong - 20 jaar - bij het Loodswezen op de lichtschepen
de Texel en de Terscheliingerbank als matroos lichtwachter. Zijn eerste dag
aan boord staat kapitein Edsius hem op te wachten. "Een vreemde kerel met
een touw om zijn middel en een rode zakdoek om zijn nek, net een zeerover:
"Ga jij maar naar de kokdan ben je het zeuntje"Jaap weigert subiet en
antwoordt: "Zie je die loodsboot daar liggen?" Met andere woorden: daar
kan hij zo terecht. De kapitein vindt dat hij een grote mond heeft, maar
120
Geestgronden, 16 (2009), nr. 4