Afb. 13 Het station van Egmond aan Zee in 1910 (foto Jonker)
werd het Vereenvoudigd Lokaal Spoorwegreglement' op de EAB-lijnen van
toepassing verklaard en kon het traject iets sneller gereden worden. Voor
de locomotieven was deze nieuwe snelheid van 35 km/u geen probleem
omdat ze toch al van het lokaalspoortype waren. De reis duurde toen twintig
minuten en er reden dertien trams per dag. De prijzen voor de gehele rit
Egmond-Alkmaar bedroegen ongeveer 30 cent (eerste klasse) en 20 cent
(tweede klasse).
Over de jaren die volgden kunnen we kort zijn. In 1918 werd de complete
lijn Egmond-Alkmaar-Bergen genaast (zich toegeëigend) door de H.S.M. en
de jaren '20 lieten voor het eerst sterk teruglopende passagiersaantallen zien.
In 1895 was de eerste automobiel in Nederland verschenen en in het eerste
kwart van de twintigste eeuw begon dit 'lelijke, naar benzine stinkende'
voertuig snel terrein te winnen op de stoommachines. Omdat in de jaren
'20 veel wegen werden verhard rezen de vrachtauto- en busdiensten de pan
uit. Autobusdienst Egmond en Omstreken, die haar garage had op Prins
Hendrikstraat 9, reed vanaf de jaren '30 op Alkmaar en zij was niet de enige.
Na verloop van tijd nam de Nederlandsche Autocar Onderneming (N.A.C.O.)
al deze kleine diensten over en werd zo de grote concurrent van de tram. Vanaf
Geestgronden, 16 (2009), nr. 213
55