In 1839 was, met de opening van de verbinding Amsterdam - Haarlem, de trein in Nederland geïntroduceerd en in rap tempo begon het spoorwegnetwerk zich uit te breiden, veelal op particulier initiatief. Hierdoor ontstond een aantal, los van elkaar staande, netwerken, die door concurrerende maatschappijen geëxploiteerd werdenIn 1859 werd echter de Spoorwegwet tot stand gebracht, die regels opstelde voor de aanleg, het beheer en het gebruik van spoorwegen in Nederland. Na invoering van deze wet werden geleidelijk de spoorlijnen die in breedspoor (1945mm) waren aangelegd, omgebouwd tot normaalspoor 1435mm), waardoor losse trajecten eindelijk op elkaar aansloten. Al vanaf 1875 zag een zekere heer Holland, zoon van de toenmalig vorige burgemeester, de potentie van het vissersdorp Egmond aan Zee, dat met haar mooie stranden veel te bieden had aan badgasten en andere toeristen. Holland werkte hard aan het opzetten van plannen om ook hier een trein te laten rijden, maar werd steeds weer tegengewerkt door gemeente- en polderbesturen. Ook Egmond aan Zee deed er alles aan, maar de omliggende gemeenten wilden hun gemeentegrond niet zonder flinke financiële vergoeding ter beschikking stellen en zo bleef de felbegeerde concessie, een door de overheid verleende vergunning, lange tijd uit. Begin 1885 kreeg Holland eindelijk zijn concessie, maar daar zaten zoveel bezwarende voorwaarden aan, dat het hem niet lukte het benodigde kapitaal bijeen te krijgen. Ook moest het plan nog goedgekeurd worden door het polderbestuur. Op 22 juli 1885 werd er in Egmond aan den Hoef gestemd door de 'ingelanden de diverse grondeigenaren die land beschikbaar zouden moeten stellen ten behoeve van de spoorlijn. De Schager Courant bericht enige dagen later overeen tumultueuze stemming. Op de stembiljetten moest 'voor' of 'tegen' worden aangegeven en de eerste twee biljetten die na stemming uit de bus kwamen bevatten de tekst 'nooitgeen tram' en 'geen tram'Na aanvankelijk opzij te zijn gelegd als ongeldige stem, kwamen de twte biljetten toch weer tevoorschijn nadat bleek dat er 51 mensen vóór en 49 tegen hadden gestemd. Toen de leden van het stembureau de twee dubieuze stemmen uiteindelijk toch geldig verklaarden, ontaardde de avond in een felle strijd waarbij voorstanders van de tram het niet nalieten met de vlag te gaan zwaaien. De uitkomst bleef echter onbeslist en de spoorwegplannen konden voorlopig weer in de ijskast. Wel kwam er in 1890 een omnibusdienst, die passagiers via Bergen naar Alkmaar bracht in een door paarden voortgetrokken rijtuig. Helaas werd 46 Geestgronden, 16 (2009), nr. 2/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2009 | | pagina 10