Lyweg naar het Duyn (de Weg naar de Bleek) stonden en aantal fraaie huizen
luisterend naar de namen Kortberaad, Klarenbeeck, Boelesteyn, Koningshof,
Kuypershof en natuurlijk het uitgestrekte Tijtverdrijff met buitenhuis, blekerij
en vinkenbaan. In de hoek Herenweg Weg naar de Bleek stond een grote
hofstede genaamd Zeldenrust terwijl in de hoek Herenweg Rinnegommerlaan
de eerder besproken boerderij van Ariaan Reyersz. stond. Naast deze rijke
huizen en boerderijen stonden langs de oostzijde van de Herenweg en de
Rinnegommerlaan nog een aantal woningen welke door arbeiders en renteniers
werden bewoond. Jacobus Craandijk schrijft in de periode 1882 - 1890 een
aantal boeken onder de titel Wandelingen door Nederland met pen en potlood.
In deze boeken geeft hij een treffende beschrijving en beeld van de omgeving
waar hij doorheen komt. Aangekomen te Rinnegom schrijft hij:
'Bij de kerk te Rinnegom is eene nieuwe buurt verrezen, bestaande uit een
aantal nette woonhuizen met tuintjes. Daar rentenieren zij gaarneals zij hun
schaapjes op het drooge hebben. Nabij het dorp, aan den heerenweg, lagen de
plaatsen Zeldenrust en Waterrijk en ten Z.W., waar nu nog de boerenhofstede
de Plaats ligt, prijkte eens het schoone huis der ambachtsheeren, het statig
Vredensteijn, met zijn tuinen en bosschen. Dat gaf leven en welvaart, gelijk
ook een tweetal vermaarde linnenbleekerijen velen werk gaf en brood. Maar
Afb. 19 Koningshof anno 2009 (foto L. Lassche)
Geestgronden, 16 (2009), nr. 1 3]