In 1940 wordt de Jos Maria verkocht aan de fa. Dikken in Amsterdam en
gaat varen onder de nieuwe naam Verba. In juli 1942 krijgt het schip - ein
delijk - een nieuwe hoofdmotor, een 3 cilinder diesel Brons van 150pk.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de Verba in bezet gebied gevaren.
Het werd in 1943 gekocht door de Vrachtmij. Noord-Europa en werd op 20
september van dat jaar opgelegd in Zweden. Het schip is later gevorderd
door de Duitsers en in augustus 1945 teruggevonden te Kiel, Duitsland. In
1947 kwam het schip als Tasman weer in de vaart bij Schuur en Van
Wattum. Vanaf dat moment zou het regelmatig van eigenaar en naam wis
selen. In 1948 als Rocket bij Bolhuis in Rotterdam, in 1952 geregistreerd
bij Rocket Motorschip te Rotterdam, in 1954 als Avontuur in eigendom bij
J.J. de Looff te Groningen, in 1955 bij T.W. Nolden te Delfzijl, in 1958
onder de nieuwe naam Ebenezer II bij E. Siebels, Duitsland en tot slot in
1961 als Wilhelm Poppe varend onder Duitse vlag. In 1966 kreeg het schip
wederom een nieuwe motor, een 4T 6 cilinder C. Jastram (250x360) en
tegelijkertijd werd het schip met ruim 8 meter verlengd tot 39,78m waarbij
het aantal bruto registertonnen toenam tot 207. In 1969 werd het schip nog
omgebouwd tot schelpenzuiger. In 1987 werd het schip nog vermeld in
Lloyd's Register met de aantekening dat het schip uit het register zal wor
den geschrapt in verband met twijfels over haar voortbestaan.
Naschrift
Naar aanleiding van de stranding bij Egmond en de motorstoringen in
augustus hield de Raad voor de Scheepvaart op dinsdag 31 december 1935
een onderzoek naar de oorzaak van de problemen. Het bleek dat een nieu
we schroef, welke bij de firma Wilton naast een aantal andere reparaties
was aangebracht, te groot was. De motor maakte hierdoor te weinig
omwentelingen zodat de krukmetalen en lagers telkens warm liepen. Bij
een wijziging aan de schroefbladen bleek er ook een regulator defect te zijn
waarop een Inspecteur voor de Scheepvaart de kapitein opdroeg dit te laten
repareren. Omdat een deskundige van de motorenfabriek niet tijdig voor
aanvang van de volgende reis (naar Rochester) aanwezig kon zijn besloot
de kapitein reparatie maar achterwege te laten en gewoon zee te kiezen. Het
verzuim had grote gevolgen want het schip strandde zoals beschreven ten
zuiden van Egmond aan Zee. Door de Raad voor de Scheepvaart werd de
kapitein verzuim om opgedragen reparaties te verrichten verweten
102
Geestgronden, 15 (2008), nr. 213