verzameld en benut om documenten nader te onderzoeken of te dateren.
Lubbertus van Gerrevink die in 1731 overlijdt, wist zich een zeer goede
naam te verwerven, zodat zijn kenmerkend logo 'LvG', - de oudste dateert
van 1694 met later allerlei verschillende afbeeldingen -, keurmerk werd
voor hoge kwaliteit. Het werd zelfs in heel Europa nagemaakt en geco-
piëerd. Verschillende pogingen om via octrooien en rechterlijke uitspraken
het merk te beschermen haalden weinig uit. Zelfs tegen zijn eigen familie
in Gelderland procedeerde hij met als uitkomst dat er achter de familie
naam vermeld moest worden van wie zij een zoon waren.
Na de dood van Isaac van Gerrevink in 1776 kreeg Joachim Veenhuysen
een steeds steviger positie in de Egmonder gemeenschap, als bedrijfsleider/
directeur en mede-eigenaar van de papiermolen en als lid van kerk- en
gemeentebestuur. De aankoop van Overcasteel in 1780 is daar een duidelij
ke illustratie van. Over bedrijfsvoering en productie van de papiermolen is
niet veel informatie terug te vinden. Joachim Veenhuysen bleef een nieuw
komer, die echter zowel politiek als in de kerkelijke gemeenschap aan posi
tie won. Rond de Bataafse omwenteling van 1795 duikt hij op als baljuw en
schout, daarna onder het Franse regiem als maire en vrederechter. In 1794
trouwt hij thuis op Overslot met de 30 jaar jongere Cornelia Helena
Hanedoes, onder wier voorouders bekende patriciernamen zijn te vinden
als Elias, van Oudesteyn en Bas. Een duidelijke stap omhoog op de sociale
ladder, maar ook met enig wantrouwen omgeven. Het huwelijk wordt in
Leiden nog eens overgedaan om de huwelijkse voorwaarden te bekrachti
gen. Kort na elkaar werden er drie kinderen geboren. Warnar in 1796,
Johanna Maria in 1797 en Adriaan in 1799.
Begin van de 19e eeuw met Napoleon als de grote onruststoker op vrijwel
ieder terrein in Europa, bood geen gunstig politiek en economisch klimaat.
Oorlogen en economische boycot legden handel en verkeer stil. Ook de
papierproductie in Egmond kreeg daarmee te maken, daarbij kwam dat
Joachim Veenhuysen die in 1807 de complete eigendom van de papiermo
len van de andere wantrouwige aandeelhouders had overgenomen, zowel
met zijn personeel als met mede-bestuurders regelmatig overhoop lag. Hij
voerde processen en in het archief in Alkmaar bevindt zich een uitvoerig
ongedateerd stuk met 'Grieven tegen Veenhuizen'Of de productie na het
vertrek van de Fransen eind 1813 weer op het oude peil is gekomen is zeer
de vraag. In augustus 1819 overlijdt Joachim, zijn weduwe nog geen jaar
70
Geestgronden, 15 (2008), nr. 213