Jaren zeventig
Begin jaren 70 werkt Han Genet in de salon. Als krantenjongen maakt hij
vaak in de vroegte een praatje met Dino en ruilt een krantje voor een ijsje. Nu
mag hij de sorbets klaar maken in hoge glazen. Ook populair zijn de 'bana
nen royal' en de 'coupe amarena'. Het is loeidruk in de salon. Soms is er tijd
om wat te eten of te drinken, maar vaak ook niet. De klanten gaan altijd voor.
Oma Elisa - door man en kinderen Lisa genoemd - past intussen op de
kleinkinderen en verzorgt de huishouding. Een lieve vrouw die nauwelijks
buiten komt en het Nederlands nauwelijks spreekt. In de ijssalon zie je haar
alleen wanneer ze vuil servies ophaalt. In de winter naait zij met grote ijver
de witte jasjes van de mannen en de zo kenmerkende baretjes die ze ook
helder wit en gesteven houdt. Elisa overlijdt in 1974.
De Pravisani's nemen een kindermeisje aan en na verloop van tijd gaan ze
pas met de middag open. Ook wordt het serviesgoed van de ijssalon steeds
meer vervangen door kartonnen bekers en de zilveren lepels door plastic.
Die worden ook niet gepikt door vreemde klanten.
Gerrit Blaauboer van de overkant maakt graag een praatje met zoals zijn
familie hem noemt: 'de oude Pravi'. Als hij vraagt hoe de zaken gaan, ant
woordt Antonio altijd met zijn kenmerkende klemtoongebruik: "naar de
wéér"De ijsverkoop is nu eenmaal erg weersafhankelijk. 1976 Is een
drukke topzomer en in 1977 bestaat de ijssalon 30 jaar. Gerard Belleman
zet een foto van Antonio Pravisani met zijn kleinkinderen in het Contact.
De zaak die vroeger lichte wanden had, is naar de mode van die tijd hele
maal met bruine schrootjes betimmerd.
1979: De nieuwe ijswinkel
Nu oma er niet meer is, wordt het grote huis steeds meer een last. Dino
denkt vooruit: hij heeft maar één zoon en één dochter en die zijn nog maar
klein. Zijn vader is al een paar zomers in Italië gebleven. Hij vindt het zin
loos om zo extreem hard te blijven werken en neemt - met vooruitziende
blik - een ingrijpend besluit. Hij laat naast de ijssalon op de smalle plek van
het voormalige patatzaakje een nieuw pand bouwen met een bescheiden ijs-
winkel beneden en woonruimte boven voor zijn gezin en voor zus Carla.
Schönig is de architect en op donderdag, 12 april 1979 mag oud-burge
meester Bakker de opening verrichten. Volgens het Contact van een week
later is 'de gezellige ijssalon in een bloementuin herschapen'. Het grote
pand blijft wel in de familie en wordt tot op de dag van vandaag verhuurd
60
Geestgronden, 15 (2008), nr. 213