vriendelijke familie weet echter ook hier een succes van te maken. Dino
werkt eveneens jaren in Utrecht, dat wisselt wel eens. Alle Pravisani's zijn
geknipt voor hun werk en hebben een sociale instelling. (In de zomer van
2008 vertelt Lio dat dit typerend is voor de Italianen uit de 'Veneto' in
Noord-ltalie. Ze lijken in dat opzicht wat op Oostenrijkers. Italianen uit het
midden en zuiden van het land hebben volgens hem een geheel andere
volksaard.)
De al lang volwassen Pravisani's krijgen geen salaris, hoogstens een zak
centje. Veel tijd om geld uit te geven of uit te gaan is er trouwens ook niet,
al gaat Leo wel eens 'te dansen naar de stad' met Eddy Groen. Lio speelt
gitaar en zingt in een cabaretgroepje van de R.K. kerk. Af en toe is er een
uitvoering in het Patronaatsgebouw aan de Wilhelminastaat.
Verkering in de ijssalon
Tegenwoordig opent de salon met Koninginnedag maar in die eerste decen
nia loopt het seizoen van Pasen tot begin september.
We zijn nog steeds in de jaren vijftig. Op het bord dat aannemer Gerrit
Blaauboer heeft gemaakt, staat dat een wafel met slagroom 25 cent kost,
een kwartje dus (nu ongeveer 0,11). Een ijsje zonder slagroom kost 10
cent, een dubbeltje. De prijzen blijven jaren lang hetzelfde. De Egmondse
jongelui, leeftijdgenoten van Leo, Carla, Dino of wat jonger, van Lio
(1934) vinden het maar wat prettig als het seizoen weer begint. Er is
immers in het dorp weinig te beleven en geen uitgaansgelegenheid, 's
Zomers kunnen ze dan weer volleyballen op het strand met de badgasten en
dan zijn er veel evenementen van de VVV. Na afloop gaat de hele meute
om een ijsje naar Pravisani.
De ijssalon is in het weekend 's avonds nog tot laat open. De jongelui tref
fen elkaar dan op de lange bank bij de tafeltjes: soms wel een stuk of der
tig. Menige verkering begint hier en de Pravisani's zien ook tal van relaties
opbloeien met kolonieleidsters. Op zondagmiddag zitten er hele groepen
koloniekinderen op de bank met een ijsje. Veel van die leidsters trouwen
hier en blijven ook de ijssalon trouw.
Geestgronden, 15 (2008), nr. 213
55