voorzien zich van een nieuwen voorraad sterke drank en koek, en keeren in
nog meer beschonken toestand naar hun visscherdorp terug, waar hunne
buitensporige vreugde, tot Iaat in den nacht, voortduurt.
Dit rijden in wagens is echter niet in alle zeedorpen in gebruik. In andere
plaatsen, zooals Vollendam, vermaakt zich de bevolking uitsluitend in de
herberg, met dansen, en drinken van wijn en sterke drank; half beschonken
vinden zij soms vermaak, om, ten bewijze dat zij het kunnen betalen, fles-
schen wijn in glazen te laten inschenken, om ze onmiddellijk daarna stuk te
slaan, zoodat de vloer met drank en glasscherven bedekt is.
De gevolgen der losbandigheden van dezen dag zijn dikwerf voor velen
bedroevend, men zegt dan echter: 'Het is op Pinkster-drie gebeurd,en dit
wordt beschouwd als een zeer verzachtende omstandigheid, ten overstaan
van het algemeen gevoelen in die plaatsen
Buitensporige vreugde
Opvallend is dat de makers van de tekening - tamelijk moraliserend - het
liederlijk gedrag van de Egmonders aan de kaak stellen. Er is niet alleen
sprake van 'buitensporige vreugde' maar ook van een 'opgewondene stem
ming' van 'een joelende menigte'. En van sterke drank die 'reeds meer dan
noodig gebruikt is' door mensen in een 'beschonken toestand'. Als we
Bing en Braet mogen geloven, dan was kermis in Egmond vooral veel drin
ken en dansen, zoals ook nu nog de kermis aanleiding is om veel te drin
ken. Volgens Bing Braet is typisch Egmonds het heen en weer rijden met
wagens tussen Egmond aan Zee en Egmond aan den Hoef, waar ook kermis
werd gevierd. De derpers en de hoevers lieten zich in galop heen en weer
rijden, om steeds bij de herberg weer nieuwe drank en koek in te nemen.5
De herberg stond centraal en niet de ook aanwezige enkele colporteurs van
liedblaadjes. Toch werd er ook gedanst en gezellig gepraat.
Of er werkelijk sprake is geweest van 'buitensporige vreugde' is een open
vraag. Aan het eind van de negentiende eeuw werd in veel steden in
Nederland de kermis verboden juist om deze reden. Het initiatief daarvoor
lag bij een moderne, verlichte burgerij, die met afkeer neerkeek op wat zij
uitbundig en plat volksvermaak vond. De afschaffing van de kermis paste
in hun wens het volk 'te beschaven'. Als mensen afkomstig uit een burger
lijke, Amsterdamse elite, zullen Bing en Braet mogelijk ook met wat afkeu
ring hebben neergekeken op de gewoonten en gebruiken van het volk. In
hun boek over de zeden en gebruiken is een prent opgenomen van een boe-
Geestgronden, 15 (2008), nr. 1
1