Afb. 8 De schommelschuitjes van Vallentgoed op de kermis te Egmond aan Zee,
circa 1908 (foto collectie familie Vallentgoed)
de schuitjes en de schommelstangen tot glimmens toe waren gepoetst en de
kassa was geplaatst, dan ging het kermisorgel draaien. De besnorde 'ouwe'
Vallentgoed, grootvader van de huidige Louis, nam plaats achter de geldla-
de onder de glanzende koperen bel en slingerde de klepel krachtig heen en
weer, waarna het kermisspektakel losbarstte en het hele dorp begon uit te
lopen. De geur van versgebakken wafels en oliebollen verspreidde zich
weldra tussen het toegestroomde publiek, de weeë luchtjes opsnuivend van
de veelkleurige zuur- en kaneelstokken, de pittige aroma van gerookte
paling en de prikkel van de blauwe uitlaatgassen van de benzine-autootjes
van Janvier. Dat was allemaal te beleven op het Mallegat en het Schulpstet
aan de andere kant van de Hoevervaart, tegenover de kruidenierswinkels
van ouwe Olbers, Giel Butter en Jan de Geus.
In mijn herinnering stonden er kramen langs de Herenweg tot aan de
Slotweg, waar de draaimolen van Keesie Braak zijn rondjes draaide, die
nóg vroeger werd rondgetrokken door Bobby, het voortsjokkende kennis-
paard. Later draaide de molen op een electromotor, die op gang kwam als
hij of zijn zoons Jan en Cock, een deksel met drie of vier groen uitgeslagen
metalen platen, langzaam in een ketel met warm water lieten zakken.
Geestgronden, 15 (2008), nr.
23