bedrijvig. Werken kon ik wel, je wist van aanpakken. Ik hielp met het opbouwen en afbreken, van begin tot eind. Met het opbouwen was je met z'n tweeën wel een paar uur bezig. We liepen allemaal in een blauwe over all, een ketelpak. Een knecht konden wij niet betalen. Het zwaarste werk was de mast, die moest exact goed in het lood staan, anders had je proble men. Je haalde hem met de ketting omhoog. Mijn man liet de mast zakken en dan moest ik hem op zijn plek duwen, het gat in. Dan moest je de schijf erop zetten, de kogelkrans die om de mast draait en waaraan de steekhouten balken werden opgehangen. Eerst werd de zweef opgezet, daarna moesten we weer met de auto naar Egmond aan den Hoef om de draaimolen op te halen. Het was hard werken maar ik vond het wel gezellig." "Verder deed ik het huishouden. Je moest altijd water halen want je had geen stromend water. Dat haalde je met een emmertje. In de periode voor ik Afb. 5 De opbouw van de molen, hier de mast met de kogel- krans (foto collectie familie Braak) Geestgronden, 15 (2008), nr. 1 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2008 | | pagina 17