het volop. Er liep een man in het midden en die vertelde de film (het is nog het
chte tijdvak van de stomme film!). Hij vertelde wat er kwam en riep bijvoor
bij. beeld: "Daar komen de cowboys!" En als je ze dan aan zag komen, dan
lantal moesten wij, als we beneden zaten, trommelen op de banken. Dat kan ik
uwd. mij nog heel goed herinneren. Dat was in 1926 of 1927.
stoe-
wel Ga van die molen af!
zat Braak stond met zijn draaimolen op het Pompplein. Maar niet altijd. Er
i, waren ook anderen die er stonden. Ik kan mij een vent met een grote snor
herinneren, dat was niet Braak. Ik kan mij nog goed herinneren dat wij als
afge- kind stiekem in de draaimolen gingen. Dan zei die vent met zijn luid grove
ezet. stem: "Ga van die molen af!" Dat heeft blijkbaar veel indruk gemaakt, want
kind ik weet het nog steeds. Later kwam Braak in zicht, met zijn paardjes en
Het schuitjes. De Hoef was echt voor Braak. Maar hij stond ook wel eens in
uur Egmond aan Zee. Toen ik een jaar of 15-16 was, ging ik ook wel eens in de
er. molen. Je betaalde in de hand. Dan moest je een dubbeltje of kwartje
geven.
Daar Je had ook nog een kraam met vliegtuigjes. Er konden zes mensen tegelijk
wel meedoen en wie de meeste punten scoorde, die won. Het kostte een dubbel-
rd in tje. De zes vliegtuigjes waren uitgerust met bommetjes met een punt eraan,
kerk. Op de grond lagen papieren met lijntjes en cijfers erop. Je moest je eigen
wel vliegtuigje goed in de gaten houden. Dan drukte je op een knop en dan viel
ls je het bommetje met de punt naar beneden. Als je goed mikte, dan kwam die
een in 28. Dan zei die man, die in het midden van de tent stond: je hebt de prijs,
chil- En dan mocht je wat meenemen. Dat was in 1936-37. Familie van ons was
ïoest toen op bezoek in Egmond. Een neef uit IJmuiden kon het hartstikke goed,
eede die kwam altijd met een prijs thuis. Maar ja, het koste wel een dubbeltje,
veel
Ringsteken
In de Voorstraat had je ringsteken. Ze startten bij Jonker en reden langs het
kre- Pompplein naar waar nu Dekker is, daar was het einde. Daar stonden twee
naar palen met daarover een touw gespannen met een ring. Ik heb een foto van
twee mijn oom en tante die meededen. Mijn oom hield ontzettend van paarden,
idjes Met harddraverijen op het strand deed hij ook altijd mee. Hij reed met het
esde paard van zijn broer, die een kar met een paard had. Met ringsteken reed hij
met een kar met boerenkap. Op de foto zit hij in de kar met zijn vrouw. Je
ook kunt zien dat ze de ring gemist hebben. Het ringsteken trok heel veel volk.
nr. 1
Geestgronden, 15 (2008), nr. 1