inmiddels verkering mee had gekregen, kon ik met dit baantje in de haven
beginnen. Enige tijd later kon ik werk krijgen in de metaal en ben ik uit de
haven weggegaan. Ik heb toen meerdere bazen gehad omdat ik bijna ner
gens goed mijn draai kon vinden of omdat het mij gewoon niet zo goed
beviel. Toen wij in december 1950 trouwden kon dat ongedurige natuurlijk
niet door blijven gaan. We woonden in Egmond aan Zee, maar ik kon het
toch niet erg vinden. In mei 1952 besloot ik weer in dienst te gaan en werd
weer aangenomen als sergeant-geschutmaker. Vanwege de dienst kon ik
niet meer thuis wonen en hadden wij een weekendhuwelijk. Een jaar nadat
ik mijn vaste aanstelling had gekregen verhuisden wij naar Amsterdam.
Hier woonden wij centraal voor wat betreft de dienst. Wij hebben hier
gewoond tot ik op 1 februari 1979 werd gepensioneerd als Adjudant Onder
Officier Wapenhersteller. In Amsterdam werden ook onze twee kinderen
geboren. Een dochter en een zoon. Onze zoon heet natuurlijk Gerardus
Bernardus net als Gert. Wij wilden toen niet langer in Amsterdam blijven
wonen. Het was in die tijd niet zo gemakkelijk om in een andere gemeente
huisvesting te vinden. Zo werd het dus Almere Haven. Toen wij in
Amsterdam woonden kwamen wij veel in Egmond en toen wij in Almere
woonden de eerste jaren ook nog regelmatig. Omdat wij verwoede "cara-
vanners" zijn stonden we daar vaak bij de boer.
Heden
Tegenwoordig komen wij bijna niet meer in Egmond. De laatste keer toen
ik daar was, heb ik geen enkele bekende ontmoet. Dit is natuurlijk logisch
doordat ik nu ook bijna 81 jaar ben, de oude bekenden van vroeger dus ook
en er zijn intussen veel van hen overleden. Hier in Almere hebben we nu
een mooi huis met uitzicht op het water en op de haven. Voor ons huis ligt
de sluis waar de boten in en uit varen. Voor de caravan hebben wij nu een
vaste standplaats op de Veluwe waar het ook erg mooi is. Mijn kinderen en
kleinkinderen wonen ook in Almere, dus al met al is de behoefte naar
Egmond niet meer zo groot. Toch als iemand aan mij vraagd waar ik van
daan kom, is het antwoord EGMOND Waarbij de Hoef mijn allermooi
ste jeugdherinnering is en blijft.
Na mijn pensionering zijn wij nog met de caravan naar Engeland geweest
en hebben daar de plaatsen bezocht waar ik gelegerd ben geweest. Dat was
voor mij een heel prettig weerzien. Wij hebben ook een reis door Indonesië
gemaakt, waarbij wij het Ereveld Tillemaplein (noot 3) bezochten. Dit was
Geestgronden, (2007), themanummer
51