Afb. 40 Het S.S. Groote Beer waarmee de auteur Huib Zentveld in december 1947
terugkeerde naar Nederland. Fotograaf en uitgever onbekend. Collectie Rob
Leijen.
Op 15 januari 1948 kwam ik via IJmuiden, waar mijn moeder en mijn zus
ter Jo al bij de sluizen stonden te wachten, in Amsterdam aan. Ik had hun
daar al verteld dat ik niet direct naar huis kwam, maar dat ik ter observatie
doorging naar het hospitaal. Bij de ontscheping in Amsterdam heb ik nog
wel geprobeerd om naar huis gebracht te worden maar dat ging niet door.
Ik werd met een ziekenauto naar het militair hospitaal in Utrecht gebracht.
Op 20 januari 1948, mijn 24e verjaardag, kwam bijna de gehele familie met
de bus naar Utrecht om mij te bezoeken en te feliciteren. Alles bij elkaar
heb ik toch zes weken in dat hospitaal gelegen. Dit komt omdat ze in het
leger geen risico nemen met een tropenziekte en zeker niet als je de dienst
wil verlaten. Na het hospitaal kreeg ik nog enkele weken verlof en op 4
april 1948 werd ik gedemobiliseerd. Ik had dus op één maand na drie jaar
in dienst gezeten, waarvan bijna anderhalf jaar tropendienst. Deze worden
dubbel gerekend. Na mijn demobilisatie was het niet zo eenvoudig om aan
werk te komen ook al zaten veel jonge mannen in de Oost. Ik heb nog
gewerkt in de haven van Amsterdam. Door toedoen van de vader van het
meisje dat ik voor mijn vertrek naar Indië had leren kennen, en waar ik
50
Geestgronden, (2007), themanummer