vraag. De meeste aanvragen werden echter afgewezen. Mijn aanvraag werd bijna altijd toegestaan, zodat ik om de week in Batavia verbleef. Ome Tomas, de oom van mijn vrouw, woonde daar nog steeds, zodat ik daar mijn onderkomen had. Als ik daar 's middags aankwam (meestal in rust tijd), wierp ik mijn vuile goed in de wasmand. Mijn wasgoed van de vorige keer hing al gewassen en gestreken in de kast en na mij gemandiet (gewas sen) en aangekleed te hebben, ging ik naar de kast waar altijd eten in stond, pakte wat en ging eten. Zondagmiddag werd mijn vuile goed weer in de wasmand gedaan, mijn schone goed aangetrokken en zo vertrok ik weer. Ik schrijf dit uitgebreid om aan te tonen en te laten horen hoe goed ik daar in de markt lag. Zo heb ik mijn verlof daar met oom Tomas, tante Elfrien en hun vier kinderen doorgebracht. Ik had inmiddels mijn ouders uitgebreid over mijn verblijf in Semarang geschreven en het geheel van foto 's voorzien, tot ik een brief kreeg waarin ze schreven, dat mijn neef Piet Flipsen ook gesneuveld was. Ook hierdoor was ik weer behoorlijk aangeslagen. Zo kreeg ik ook bericht dat Engel Hopman gesneuveld was. Wij van 3 IBW hadden inmiddels ook al wat jon gens verloren, zodat ik er wel een beetje genoeg van kreeg. Op een dag moest ik bij mijn commandant komen. Hij vertelde mij dat er een regeling bestond die inhield dat als er binnen één gezin iemand sneu velde, de andere(n) die ook in Indië in dienst waren, naar huis mochten. Hij vroeg of ik van die regeling gebruik wilde maken. Voor mij was dit NU geen punt van bespreking meer. Toen kwam ook de aap uit de mouw dat hij mij was gaan ontzien, opdat niet nog een lid van het gezin Zentveld zou wegvallen. Vandaar mijn eerdere gezegde dat hij een fijne kerel was. Ik werd al vlug overgeplaatst naar Batavia in afwachting van een plaats op een boot terug naar Nederland. Alvorens te vertrekken moest ik eerst door een dokter worden goedgekeurd. Gelukkig was dat geen probleem. De terugreis Ik bezocht nu weer de familie en kon op 24 december daags voor Kerstmis met het ms. "Groote Beer" (afb. 40) naar Nederland vertrekken. We gingen nu wel over Colombo, maar toen wij daar aankwamen lag ik in de zieken boeg met geelzucht, dus op de valreep toch nog een tropenziekte opgelo pen. Geestgronden, (2007), themanummer 49

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2007 | | pagina 85