Als ik nog terug denk aan het heerlijke eten wat ik toen bij deze familie kreeg voorgeschoteld dan loopt mij het speeksel mij nu nog in de mond. Ik heb toen de gelegenheid genomen om ook een bezoek aan het weeshuis te brengen. Omdat ik toen qua postuur en gezicht nogal op Gert leek, keken de zusters daar verbaasd naar mij op. Ik werd ook daar weer zeer goed ont vangen en wij hebben veel over Gert gesproken vooral over het vele werk wat hij voor hen had gedaan, ze misten hem heel erg. Toen ze mij naar pas toor Beekman brachten was die al even verbaasd als de zusters en ook hij raakte bijna niet uitgesproken over Gert. Wat mij vooral is bijgebleven is, dat hij vertelde dat toen hij het bericht kreeg dat Gert was gesneuveld, hij meteen een mis voor hem had opgedragen had. Dat is toch wel heel bijzon der. Ik ben nog steeds blij dat ik daar naar toe ben gegaan. Tijdens deze laatste dagen in Semarang heb ik nogmaals het graf van Gert bezocht. Ik was daar al eerder met één van de mannen van 1 RS geweest, maar nu wilde ik dat alleen doen. Hiermede hoopte ik het overlijden van mijn broer te kunnen afsluiten. Mijn terugreis naar Poerwakarta ging per vliegtuig. Ik maakte zo ook de eerste vlucht van mijn leven. Met een Dakota is dat een belevenis op zich. Wij werden als het ware als vracht ver voerd. We zaten op houten banken in de lengterichting langs de wanden, natuurlijk met een gordel om. In het midden lag de barang (vracht) opgesta peld en (echt waar) je kon door de kieren naar buiten kijken. Men vertelde mij dat noodzakelijk was om het vliegtuig bewegelijk te laten zijn. Dat kon ik goed begrijpen omdat in de tropen en vooral boven de baai van Semarang dikwijls luchtzakken voorkomen. Dit bemerkten wij ook, omdat we enkele malen een stukje naar beneden vielen. Een heel vreemde gewaarwording. Van Bandoeng naar Poerwakarta was de turbulentie verder geen probleem. Nadat ik mij bij mijn commandant had teruggemeld, moest ik natuurlijk alles vertellen en ik kreeg ook de nodige vragen over mijn per soonlijke gesteldheid. Ik pakte de werkzaamheden die ik voordien had gedaan zo goed als mogelijk weer op maar voor mijn gevoel was het toch niet meer zo als vroeger. Niet voor wat betreft mijn maten, dat was nog het zelfde, maar de opdrachten waren niet meer hetzelfde. Het kwam mij voor of men mij ging ontzien. Als er iets was wat een beetje link was dan werd ik er niet meer bij betrokken. Voor gevaarlijke opdrachten kwam men niet meer naar mij toe. Zo ook met het aanvragen van verlof. Iedere zaterdag middag ging er een wagen met verlofgangers naar Batavia. Deze wagen ging zondagmiddag weer terug om voor in invallen van het donker weer terug te zijn. Bijna iedereen kwam elke week met een dergelijke verlofaan- 48 Geestgronden, (2007), themanummer

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2007 | | pagina 84