ze knijp zaten bij de Duitsers, hun tijd voor ze naar Engeland gingen, de tijd op Malakka en hun samenzijn in Semarang. Uiteraard vertelden ze mij ook alles van die noodlottige zondagmorgen de 28e september 1947. Het noodlot slaat toe Er moesten die morgen jongens van de het basiskamp Karangdoeren naar de voorpost Setoegoer gebracht worden. Gert hoefde niet mee op deze opdracht en hoefde ook niet zelf te rijden. Doordat de jongen die voor de bewaking mee moest een nogal zware nacht achter de rug had nam Gert vrijwillig zijn plaats in. Tijdens die rit naar Setoegoer kwamen zij door gevaarlijk gebied waar pemoeda 's (Indonesische guerilla's) actief waren. In weg waarover het Nederlandse konvooi zich verplaatste hadden zij een overgebleven Japanse vliegtuigbom in de weg ingegraven. Toen de jeep van Gert deze plaats passeerde werd de bom van afstand met een trekdraad tot ontploffing gebracht. De brenschutter Cor van der Gaag en de geweer- schutter Jaap Catsman waren op slag dood, Gert was zwaar gewond en overleed na enige tijd (afb. 33). De chauffiur Ries Oosterom overleed op 30 september in het St. Elisabeth Ziekenhuis te Semarang. Vandaar dat toen Siem Roosendaal mij belde, hij zei "Gerrit is gesneuveld door voor een ander in de bres te springen" (noot 2) Tijdens mijn gesprekken met Arie Roosendaal (afb. 34) kwam zo wel duidelijk naar voren, dat Gert een knaap was die altijd bereid was om iemand te helpen (afb. 35 en 36a/b). Zo kwam 42 Geestgronden, (2007), themanummer Afb. 34 De gebroeders Rozendaal in Nederlands- Indië. Foto J.A. Horio - Zentveld.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2007 | | pagina 78