twee Nederlandse soldaten op en dat warenCor Bruin uit de ondergrond se van Heiloo en Joop Bras uit Egmond aan den Hoef met wie ik ook in Duitsland had gezeten. Ook weer zo 'n toeval. Na die ontmoeting met Gerrit van Dam was ik al vlug mijn scooter kwijt want mijn commandant pikte hem voor zichzelf in en ook gaf hij mij niet mijn liter jenever die ik ervoor had "betaald" terug. Onze werkplaats was gelegen aan de kali Molenvliet in de beneden stad van Batavia, tegenover Passar Glodok. Deze werkplaats was genoemd 3. IBW (3e Infanterie Brigade Werkplaats - RL). Om dit te verduidelijken: De 7 December Divisie bestond uit 3 brigades van ieder 40.000 man, dus 120.000 man. Iedere Brigade bestond uit: een Regiment Infanterie, een Regiment Artillerie een Regiment Genie etc. Zo bestond er ook één grote brigade werkplaats. Van deze brigade-werkplaats maakten ook weer kleine mobiele werkplaatsjes uit. Deze mobiele werkplaatsjes gingen zelf naar de onderdelen toe om ter plaatse of in het veld te repareren. De 7 December Divisie had als taak in geheel West Java, met de steden Batavia en Bandoeng, de orde en rust te handhaven. Dit was geen kleinig heid. Wij zaten tot over onze oren in het werk, want een Brigade technisch draaiende te houden is geen kleinigheid. En of je nu monteur, bankwerker, lasser, draaier, geschut- of geweermaker was, je moest toch wachtlopen. Dit wachtlopen duurde 24 uur per dienst. Wij zijn in Batavia gebleven tot 21 juli 1946 de eerste politionele actie begon. Velen van ons werden toen bij een afdeling ondergebracht om tijdens deze eerste politionele actie direct technische hulp te kunnen verlenen. Zo werd ik met twee monteurs inge deeld bij een afdeling artillerie met 25-ponders, waar wij volop werk te doen hadden. Zo waren wij via Karawang aan de noordzijde van West Java in Poerwakarta terecht gekomen, op ongeveer 120 km van Batavia. Dit gebied is vooral bekend om zijn grote Djathi bossen. De bossen waren dichtbegroeid en boden daardoor heel goede schuilmogelijkheden, niet alleen voor guerillastrijders, maar ook nog voor zich niet overgegeven heb bende Jappen. Vanuit deze bossen werden ook herhaaldelijk hinderlagen gelegd en werden onze posities van hieruit aangevallen. Dit even terzijde. Na 8 augustus werd onze werkplaats naar Poerwakarta verplaatst. Hier ben ik gebleven tot aan mijn vertrek naar Nederland. Het was een tijd van veel werk, veel wachtlopen en indien nodig de infanterie behulpzaam zijn met patrouilleren. 38 Geestgronden, (2007), themanummer

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2007 | | pagina 74