Nederland najaar 1944
Hier stop ik even met mijn eigen belevenissen en keer terug naar het einde
van de oorlog in Nederland. De navolgende episode van dit verhaal is mij
door verteld door Arie Rozendaal toen ik in Salatiga, Nederlands-Indië
was. Gert en Piet Staalduinen waren bij hun poging bevrijd gebied te berei
ken inderdaad door de Duitsers gegrepen en in Duitsland gevangen gezet.
Tot op heden is niet helemaal duidelijk waar zij precies zijn vastgehouden.
Feit is dat zij in Duitsland mijn zegsman Arie Rozendaal ontmoetten en
met hem vriendschap sloten. Na de Duitse capitulatie waren ze samen naar
Noord-Brabant getrokken. Eerst gingen zij naar Valkenswaard waar Piet
zich aanmeldde als OVW-er bij de mariniers. Gert wilde dit ook, maar hij
had geen persoonspapieren en dus ging dat niet door. Hij ging toen met
Arie naar Berkel, waar Arie zich ook aanmeide als OVW-er. Gert kon dit
ook nu weer niet en ging toen terug naar Heiloo om deze papieren in zijn
bezit te krijgen. Hij kwam thuis met het bekende gezegde van hem: "Ik
kom jullie even gedag zeggen". Hij maakte zijn papieren in orde en vertrok
weer naar Berkel naar zijn vriend Arie. Nu kon hij zich wel aanmelden als
OVW-er. Na de oprichting van de Expeditionaire Macht (EM) die reeds in
Engeland zat, werden de zogenaamde
"gezagsbataljons" opgericht. Deze gezagsbataljons zouden worden ingezet
om in de bevrijde gebieden de orde en rust te bewaren en de laatste weer
standen op te ruimen. Zij zouden in Australië een opleiding krijgen. De
capitulatie van Japan, welke de hele wereld verraste gaf daar een heel ande
re wending aan. De pas opgerichte bataljons zouden nu naar Nederlands-
Indië gaan, daar een opleiding krijgen en vervolgens ter plaatse het gezag
en de rust handhaven. Zo vertrok Gert met het lc Regiment Stoottroepen (1
RS) aan boord van het Ms. Sterling Castle naar Engeland. In Engeland wer
den zij gelegerd in het kamp "East Hamsted Park", een groot legerkamp,
waar een groot deel van de troepen die aan de invasie in Normandië hadden
deelgenomen gelegerd waren geweest. Dit kamp lag ten noorden van
Wokingham, terwijl ik in Radding aan zuidkant gelegerd was. Zoals ver
meld had ik bericht ontvangen dat Gert in Engeland was, maar ik wist niet
waar. Ik schreef dus een brief naar ons hoofdkwartier in Londen en vroeg
om nadere informatie. Ik kreeg bericht terug, dat zijn naam niet bekend
was. Voor mij was het hierbij afgelopen Maar toen ik enkele dagen later in
Wokingham was, kwamen wij daar militairen tegen met "Nederland" op de
mouw. Wij keken hier enigszins vreemd van op en knoopten een gesprek
met hen aan. Zij vertelden dat zij op weg waren naar Nederlands-Indië en
Geestgronden, (2007), themanummer
29