Voor de oorlog stonden er rond het Westeinde vele hotels en pensions. Zeezicht,
Belvédère, De Unie, Welgelegen en Trompenberg om er maar eens een paar te
noemen. Over de laatstgenoemde twee hotels gaat het volgende verhaal. De
vraag is wat deze twee hotels te maken hebben met het goud van het Britse fre
gat de Lutine, dat in 1799 tussen Vlieland en Terschelling verging.
De hotels werden in 1944 gesloopt in opdracht van de Duitse bezetter ten behoe
ve van de zgn. Atlantikwall.
Rita Bijl en Aarnout Leijnse
TWEE HOTELS IN EGMOND AAN ZEE EN HET GOUD VAN DE LUTINE
In het begin van de twintigste eeuw was Egmond aan Zee een klein vissers
dorp met ongeveer 2000 a 2500 inwoners. In die tijd spande naast de VVV
ook de gemeente zich in om het dorp als badplaats aantrekkelijk te maken.
Rond 1890 telde men nog slechts 20 a 25 badgasten, terwijl dit aantal rond
1900 was gestegen tot ruim 500. De opkomst van het toerisme in dit kleine
dorp maakte het noodzakelijk dat er onderdak moest worden geboden aan
een steeds toenemende stroom badgasten. De badgasten werden onderge
bracht bij particulieren, in pensions, in logementen zoals De Vergulde Valk en
in nieuwgebouwde hotels zoals Badhotel Zeezicht (50 kamers, Badkoetsen
Afb. 1Hotel Trompenberg (foto Jonker, collectie A. Leijnse)
Geestgronden, 14 (2007), nr. 4 103