aars niet naar toeeen Egmonder is aan zijn dorp gehecht, zie je. Maar, wat zal je er aan doen, brood ga voor." "Wilt u niet eens opsteken, voerman"Ja, da kon k wel eens doen... Dank u meneer! - Wil u eventjes de leidsels ouwe, dan kan 'k m'n segaar aansteken." Een dikke tabakspruim (vergeef me, waarde lezeressen) wordt van achter de rood-bolle wangen weggehaald; met een rukje, gaat de punt van de sigaar af, zoo dat deze even inscheurt en, na eenige vergee sche pogingen met het opsteken, dampt onze vriend met hoorbare trekken er lus tig op los. Dci's 'n goeie, meneer." 't Gaat nog al." Nou, zoo rook ik ze alle dagen niet." "Zeg voerman, wijk een beetje uit. Daar komt een kameraad van je aan - Foei, wat slaat die man zijn honden! Hoor die die ren eens huilen! Wat een verschrikkelijke beul is dat! Zoo'n man moest noodig bekeurd worden wegens dierenmishandeling." "Ja, wat zal ik je daarvan zeggen, meneer? Ik ben nou ook niet zoo pieperig niet uitgevallen, maar mijn onden mishandelen, nee, da doe 'k toch nie. De dieren moeten al ard geneog werken. - Zeg Teun, ransel toch je onden zoo niet! Ze loopen ommers toch wel! Afb. 4: De hondenkar op het Pompplein te Egmond aan Zee, anno 1905. (Ansichtkaart Lichtdruk Schalekamp Buiksloot, glasplaat Foto Jonker, collectie P. Groen) Geestgronden, 14 (2007), nr. 1 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2007 | | pagina 9