Voor de drooglegging in 1564-1565 was de Egmondermeer een ondiep
meer dat zich uitstrekte over een gebied tussen Egntond, Heiloo en
Alkmaar. Om afkalving van de Egmondse oever tegen te gaan werd langs
het Egmondermeer in de noord-zuid richting een stelsel van dijken aangelegd.
Van noord naar zuid waren dit o.a. de Krommedijk, Brededijk, Kromme
Hogedijk. Hogedijk (bij voetbalvereniging Zeevogels), Zuiderdijkje en
Hazendijkje (dan zitten we al bijna in Bakkum). Onder aan de duinvoet liep
over de hoger gelegen droge gronden (de Geestgronden) de Herenweg,
eveneens in noord-zuid richting. Nu lagen tussen de Geestgronden in het
westen en de dijkjes in het oosten, kleigronden die soms nat en drassig en
soms droog waren. Om nu een permanente droge verbinding tussen de
Geestgronden en de dijkjes aan het Egmondermeer te hebben, werd een
weggetje (de Mosselaan) aangelegd. Vergelijk ook de Voert onder Bergen,
De Driehuizerweg, Vennewatersweg onder Egmond-Binnen en de Zanddijk
onder Bakkum. De Mosselaan moet dan ook ergens in de vroege
Middeleeuwen worden gedateerd.
Afb. 10: De Morsselaan tussen Hereweg en Breedijk. Kaart 2.4 uit W.J. van den
Berg. Historisch Kadaster van de Binnen-Egmonden, deel 4 pagina 1300.
Uitgeverij Bolwerk Urecht 1985.
Geestgronden, 14 (2007), nr. 1
17