Maar Teun bromt, terwijl hij in vliegende vaart langs zijn collega schiet, wat voor zich heen cds: "Wa ga jon dat an!" en blijft er op los slaan, tot hij een heel eind voor is, waarna hij zijn arm wat rust gunt. 't Is beestach tig." "Ja en dan moet u zien, oe ze die arme dieren soms laten trekken. Als ze voor de "ooge duinen" tegen die oogte opmoeten, blijven ze toch maar, soms met der drieën op de kar liggen. De beesten kunnen 't bijna niet alen." "De politie moest hier wat meer op letten. Als ze eens goed er voor gestraft werden, zou het wel ophouden." "Zou u denken, meneer? Ik weet het niet. Ze zijn bij ons aars niet zoo bang voor 't "groote logement" Maar wa kom daar weer aan?" "Een motorkar, denk ik." "Ja, 't is weer zoo'n akelige stoomfiets. Kijk nou toch zoo'n ding eens vliegen! Men zou er bang van worden. Je weet je soms niet gauw genoeg te bergen met je kar."El 1De echte Egmonder laat overal de h weg, waar ze moet worden uitgesproken. Bronnen: Regionaal Archief Alkmaar De hond en de hondekar in oude ansichten door BWillemen Speciale dank aan de heer B. Willemen, onderzoeker en verzamelaar van hondekargegevens. 8 Geestgronden, 14 (2007). nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2007 | | pagina 10