de kerk aan de rand van het dorp, hoewel ze beide vroeger in het midden van het dorp hadden gestaan. Door de jaren heen waren door zware stormen en hoge zeevloed huizen en duin aan de westzijde van het dorp verloren gegaan, zodat de herberg rond 1700 als het meest westelijke huis van Egmond aan Zee gold. In 1717 werd, rond 24 en 25 december, door een door de storm aangewakkerde hoge zeevloed weer een flink stuk van het duin weggeslagen waardoor de kerktoren ondergraven werd en dreigde in te storten. Voor 23.000 gulden werd, met behulp van de aanleg van rijswerk met drie hoofden verzwaard met puin, de voet van het duin versterkt. Echter, op 24 november 1741, zo lezen we in Alkmaar en zijne geschiedenisse. Kroniek van 1600- 1813. door W.A. Fagel: 'is door een storm uit het noordwesten verzelt met regen en hagel de zee zoo hoog gewassen, dat zij met een vloedt 22 voet gronds voor het dorp Egmondt aan Zee wegnam en op Maendag den 27 dito weder 22 voet, zulcx dat de voorduyn voor de kerk en herhergh in twe vloeden 44 voet was afgenomen en is ruim 2/3 van de toorn omtrent 's avonds 7 uur te neder gestort, blijvende alleen de muur, die aan de kerk verbonden was, met een gedeelte van 't toorntje staen, waer op en aen het plat, dat boven op de toorn was, hing. De brokken muurs, welke van een onbezuisde dikte waren, laagen wijdt en zijdt op strand en in zee verspreidt. De zijmuur van de her berg de Vergulde Wagen was geheel weg en de bedstede hingen over 't strant Hierna is er een nieuwe kerk op het Oosteinde gebouwd die op 29 januari 1747 in gebruik werd genomen. In het voorjaar van 1745 is de herberg in zijn geheel verdwenen en verplaatst naar de oostzijde van het dorp. Of de familie Swart toen nog de eigenaar was weten wij niet. Zijn testament In maart 1727 werd Jan Swart zo ernstig ziek dat hij op 20 maart de notaris aan huis liet komen om voor hem en zijn vrouw een testament op te stellen. Het testament werd 's-avonds om tien uur ten huize van het echtpaar door de notaris in het bijzijn van twee getuigen opgemaakt. Na de gebruikelijke openingszinnen werd vastgesteld dat bij overlijden van Jan Swart de beide nog in leven zijnde kinderen, Leuntje en Dirck elk 600 gulden zouden erven en de zoon van hun al overleden oudste kind Jan, Jacob Jansz. Swart, ook 600 gulden waarvan 400 gulden zou worden afgetrokken welke zij 'ten 118 Geestgronden, 13 (2006), nr. 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2006 | | pagina 22