in een attestatie (getuigenis) Gerrit Bruyningh te dagvaarden om op zondag
25 mei 1710 's middags om vier uur voor de schepenen van Egmond aan
Zee 'te regt te komen'. Wat was er gebeurd. Gerrit Bruyningh had op 19
mei door middel van de bode Jacobus Molenberg de secretaris van het
dorp, Jacob van Riemsdijk, verboden om aan Jan Swart een kopie te geven
van de door Jan Swart opgestelde opdrachtbrief. Deze opdrachtbrief had
betrekking op de overdracht van de herberg op 1 mei 1710 aan Gerrit
Bruyningh. Op het verzoek aan Gerrit Bruyningh om alsnog een kopie te
verstrekken of anders voor de schepenen te verschijnen en daar te verklaren
waarom hij dit gedaan had, antwoordde hij 't en sal aanstaande sondag
geen regtdag sijnMet deze episode eindigt de toch wel zeer moeizame
verkoop van de herberg de Vergulde Valck. Maar Jan Swart liet zich hier
door niet uit het veld slaan.
Op 6 mei 1711, ruim een jaar nadat hij de Vergulde Valck had verkocht
kocht Jan Swart in Egmond aan den Hoef van Jan Willemsz. Winder de
herberg het Rode Hart met stalling, tuin, erf en kroft bewesten, groot ruim
1 morgen, belast met 3 gulden, 12 stuivers en 8 penningen erfpacht, voor
de prijs van 5.000 gulden. Het Rode Hart was al ruim een eeuw oud toen
Jan Swart het kocht en was gelegen aan de Herenweg, tegenover het pand
van het huidige café het Rode Hert (afb. 7). Vermeldenswaard is dat op de
plaats waar nu het Rode Hert staat tot 1621 de tapperij de Witte Swaan was
gevestigd; deze tapperij was eigendom van de toenmalige waard van het
Rode Hart, Cornelis Gerritsz. Gijsen. Bij verkoop in 1621 was de voor
waarde dat er geen bier of wijn meer mocht worden verkocht. In de periode
1621-1720 was de Witte Swaan een broodbakkerij geworden. Toen Jan
Swart in 1720 ook dit pand kocht had het voor zover bekend geen bestem
ming, waarschijnlijk was het voor zijn dochter Leuntje bedoeld die op 11
december 1720 was getrouwd. Toen het pand in 1743 vrij kwam uit de
erfenis kocht Jan Dirx Melcker, de man van Leuntje, de helft van het pand
van de andere erfgenaam, zijn zwager Dirck (afb. 7). Ook de herberg het
Rode Hart werd na het overlijden van Jan Swart en Annetje Jacobsdr.
Visbeen geërfd door de beide nog in leven zijnde kinderen Leuntje en
Dirck. Later, in 1743, kocht Dirck het deel van zijn zuster en heeft hij tot
aan zijn dood in het Rode Hart gewoond, waarna zijn zoon Arent er herber
gier werd. De herberg zou nog tot rond 1800 in de familie blijven.
1 ]6 Geestgronden. 13 (2006), nr. 4