de wat hij zei of deed. Gerrit Bruyningh gooide het dus over de boeg dat hij
500 niet toerekeningsvatbaar was geweest. Jan Swart liet het er echter niet bij
wat zitten. Op 27 november 1709 verschenen er maar liefst zeven getuigen, vijf
709 uit Egmond aan Zee, één uit Limmen en één uit Alkmaar, op verzoek van
itie hem bij de notaris. Zij verklaren dat zij in de bewuste nacht in het huis van
den Jan Swart zijn geweest en dat daar Gerrit Bruyningh, schout in Egmond aan
aris Zee, die 'na veel instantien en persuagien door hem aangewent van Jan
af Swart heeft gekogf het huis en de herberg de Vergulde Valck. Zij vertelden
ngh ook nog dat de herberg op 1 mei 1710 door de koper zou worden aanvaard,
aan Een voorwaarde bij de koop was dat de bieren uit de bierstal van Cent
10 Jansz. zouden worden betrokken. Verder stond het de verkoper vrij om de
v'art plaat leggende op de kelder kamer daar uyt te nemen7; de kaasborden en
was beddeplanken moesten echter blijven. Een van de getuigen verklaarde dat
air- hij heeft gehoord dat de koop met alle voornoemde condities is gesloten en
den dat dit duidelijk door Jan Swart, in aanwezigheid van Gerrit Bruyningh, is
te herhaald. Waarop Gerrit Bruyningh erkende en verklaarde dat het aldus
en gepasseerd was, waarna na afloop een glaasje wijn is gedronken. Toen men
om de middag daarop weer bijeen kwam heeft Gerrit Bruyningh nog aan Jan
ige- Swart voorgesteld om honderd gulden van de koopprijs te laten vallen. Hij
die zou dan diezelfde avond Jan Swart 4.400 gulden aan huis brengen. Jan
tot Swart weigerde en zei dat hij zich aan de eerste koop hield. Na enige woor-
uur denwisselingen werd ten slotte aan Gerrit Bruyningh gevraagd of hij akko-
trof ord ging met de koop of niet, waarop Gerrit Bruyningh dit aan Jan Swart
oop vroeg. De laatste stak zijn hand uit en antwoordde "ik gaa aan, gij kunt nu
irop doen wat gij wilt" waarop Gerrit Bruyningh zei "ik gaa mee aan". Jan
ai ge Swart zei onmiddellijk daarop "dan is 't koopwaarop Gerrit Bruyningh
wat antwoordde "ja Jan Swart wenste hem geluk met de koop en schonk voor
ags- alle aanwezigen een glas wijn. Op 1 mei 1710 wordt de herberg getrans-
Hij porteerd en overgedragen aan Gerrit Bruyningh. Nog dezelfde dag vindt
eite voor hetzelfde bedrag van 4.500 gulden het transport plaats van de herberg
t hij de Vergulde Valck door Gerrit Bruyningh aan Willem Vijselaar. Uit een
gen aantekening op de transportakte blijkt dat Jan Swart absoluut wilde trans-
>ben porteren aan Gerrit Bruyningh en niet aan Willem Vijselaar. Twaalf dagen
ffen na het transport van de herberg verschijnt Jan Swart weer bij de notaris om
nr. 4
Geestgronden, 13 (2006), nr. 4
115
