te werk is gegaan. Alle acht torenspitsen van de gevelsteen staan ook op het
schilderij en zelfs het tentdak van de donjon heeft op zowel steen als schil
derij twee windvaantjes. Het spitsje uiterst links op de steen is dat van de
kapel. Daarnaast zien we het bruggetje naar de voorburcht met, half achter
de boom, de vierkante en iets meer naar rechts de ronde toren. De brugach-
tige verbinding tussen voor- en hoofdburcht is duidelijk te herkennen,
evenals de uitgebouwde muurtoren en de ronde toren op de zuidoosthoek.
Het ligt voor de hand te veronderstellen dat de steenhouwer het schilderij
van Van der Heek heeft nagevolgd, maar de gevel plus gevelsteen worden
gedateerd in het eerste kwart van de 17de eeuw, dus vóór het jaar 1638
waarin Van der Heek hoogst waarschijnlijk het schilderij maakte. Daar Van
der Heek het kasteel nooit in welstand gezien kan hebben - hij moest nog
geboren worden toen het werd verwoest - moet hij naar een ouder voor
beeld gewerkt hebben. Dat moet dan, gezien de grote overeenkomst tussen
schilderij en gevelsteen, dezelfde prent of tekening zijn geweest die ook de
steenhouwer tot voorbeeld diende.
In een artikel in het Maandblad voor beeldende kunsten wordt een penteke
ning beschreven (destijds uit de collectie van Beelaerts van Blokland) die
het kasteel in welstand te zien geeft, ook gezien vanuit het zuiden. De teke
ning is gedateerd noch gesigneerd, maar aangenomen wordt dat ze uit het
begin van de 17de eeuw stamt. Omdat over de tekening een ruitverdeling is
aangebracht, veronderstelt de auteur dat ze als voorbeeld heeft gediend
voor het schilderij van Van der Heek. De ruitverdeling kan er echter ook op
wijzen dat de pentekening een voorstudie was voor een prent. Als er inder
daad een prent naar de tekening gemaakt is - er is er geen een bekend - dan
heeft de maker van de Amsterdamse gevelsteen die als voorbeeld gebruikt.
Projecteren we schilderij en gevelsteen op de resten ter plaatse, dan is dui
delijk te zien dat Van der Heek (of in ieder geval de maker van de tekening
of prent die Van der Heek en de beeldhouwer tot voorbeeld diende) de plat
tegrond van het kasteel juist heeft weergegeven. In hoeverre de weergave
van de opbouw overeenstemde met de werkelijkheid weten we niet zolang
er geen afbeeldingen in tekening of prent van het slot voor de verwoesting
bekend zijn.
Geestgronden, 13 (2006), nr. 213
91