gevelsteen met een kasteel. Het onderschrift luidt: Int Slodt van Egmondt.
Het huis wordt algemeen gedateerd in het eerste kwart van de 17e eeuw en
op stilistische gronden toegeschreven aan Hendrick de Keyser (1565-1621),
bouwmeester van onder andere diverse Amsterdamse torenspitsen en van
de Westerkerk. Typerend voor De Keysers stijl zijn de dubbele, gekoppelde
pilasters en de accoladebogen boven de vensters versierd met gebeeld
houwde mannenkoppen. Dezelfde elementen vinden we ook in de gevel
van Oudezijds Voorburgwal 57 en het is zeker dat De Keyser daarvan de
ontwerper was.
Jammer genoeg is de top van nummer 18 ooit vervangen door een eenvou
dige, onversierde tuitgevel2. Bij die verbouwing is wel het middengedeelte
van de gevel gespaard gebleven en daarmee de uit natuursteen gehakte pui-
lijst met erboven de gevelsteen en twee hoekstenen versierd met leeuwen
koppen 'en face' (elkaar aankijkend).
Burcht met donjon
Het prachtige, uiterst gedetailleerde reliëf toont, gezien vanuit het zuiden,
het slot van Egmond aan den Hoef in volle glorie. Dat betekent dus van
voor 1574, toen werd het bolwerk namelijk door de troepen van Sonoy ver
nietigd tijdens het beleg van Alkmaar. De oudste delen dateren uit de 12de
eeuw. Het slot bestond toen uit een door een gracht omgeven, onregelmatig
ronde burcht van 27 meter doorsnee, voorzien van een zware toren. Door
verbouwingen en uitbreidingen in de 14de tot de 16de eeuw (er werd ten
zuiden van de ronde burcht een geheel nieuw complex opgetrokken) kreeg
het kasteel in de tweede helft van de 16de eeuw het aanzien zoals het op de
gevelsteen is voorgesteld.
Het was een rechthoekige hoofdburcht met aan de zuidoostzijde een ronde
hoektoren, aan de zuidzijde een halfronde muurtoren en op de noordweste
lijke hoek stond een zware, vierkante donjon (woontoren). De hoofdburcht
was door een brug verbonden met de langgerekte voorburcht aan de west
zijde. Aan de noordkant van de voorburcht lag de toegangpoort, versterkt
met vier ronde torens.
88
Geestgronden, 13 (2006), nr. 213