Eigenaardige tijd, die mysterieuse middeleeuwen, vol bekoorende poëzie, maar ook vol ruw geweld! In de schaarsche perioden van rust en vreê, voor de gegoeden: een stil voortleven te midden eener schilderachtige, grooten- deels ongerepte natuur, ruw genietend van de opbrengst hunner verworven domeinen, hier zich stortend in zwelgend feestgenot, daar staag zich oefe nend in stalende kracht; - voor den arme: een angstvallig zwoegen, waar ieder oogenblik een opont- bod hem kon meêsleuren in woest gevecht, zijn arbeid vernielend, zijn gezin vestrooiend! Hoeveel dichterlijks er echter ook lag over de groote bosschen en heiden, over den breeden duinzoom en de wijde plassen, waar nu misschien zoo nuchtere stadjes staan, fabrieken rooken en waterpasse bollenvelden of schrale weiden zijn, veelal is die tijd door een te romantisch gekleurden bril bekeken. Het moet toen voor den dorper, en in vele opzichten ook voor den edelman, een kommervol leven zijn geweest met de weinige gemakken, ook in de hooge kasteelen, die men had en de sporadische weelde, die er te vinden was; toen men de muuropeningen in 't beste geval slechts door kleeden of dunne huiden afsloot en in de kou om reusachtige vuren moest hokken rond de tochtige schouw; toen men veel over ellendige dijkjes langs de poelen en rivieren trekken moest, en b.v. van Haarlem naar Egmond de naaste weg door een moeras leidde, zoodat de weerlooze reiziger van geluk mocht spreken, als hij ongehinderd door het woeste duin en de dichte bosschen 't vreedzaam klooster had bereikt. Onder 't rumoer dier tijden zette de monnik rustig zijn arbeid voort in de stille cel, als pionier der beschaving op velerlei gebied. Zoo werd de weleer zoo kostbare librije van Egmond de bakermat van kunst en wetenschap dezer landen en was zij de eerste plaats, waar 's lands geschiedenis hare eerste aanteekenaars vond. Na den ondergang van 't Westersch Romeinsche rijk (476 n. C.) stichtte Clovis in Gallië het groote Frankische rijk (waartoe ook de landen behoor den, die het tegenwoordige Nederland en België uitmaken) en nam den Christelijken godsdienst aan. 78 Geestgronden, 13 (2006), nr. 213

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2006 | | pagina 38