allerlei soorten waar voor de verkoop waren uitgestald. Aan het eind van de
toonbank stond een draaibare sigarenstandaard opgesteld, waarin de kistjes
geopend te zien waren. Naast de schuifdeur naar de gang stond een kolen-
kachel. Deze diende om de sigaren droog te houden. Met drie kolenge-
stookte kachels was er best wel werk aan de winkel. De kolen kwamen van
de firma Gul (waar nu de ingang van de parkeergarage van Super De Boer
is) of van Gebr. De Graaf uit de Voorstraat waar later de "Vezo" zat en
tegenwoordig "De Trekpleister" gevestigd is. Tegen een andere wand stond
een vitrinekast waarin o.a. zeep en parfum was uitgestald. Op een hoekta
feltje bij het zijraam lag vaak de zwarte kater een dutje te doen of te "spra-
gen":. Eenmaal in de winkel kon men doorlopen naar "de salon". Rechts
was een lange zitbank voor de klanten. Links stond een hoge kast met 40
kleine laden. Vaste klanten hadden een eigen laatje waarin scheergerei en
andere benodigdheden werden bewaard. Later, toen steeds meer mensen
zich thuis gingen scheren, is dit in onbruik geraakt. De kast staat nu nog bij
mevrouw Sieni Blaauboer die nu tegenover de vuurtoren woont. Een grote
toilettafel met wit marmeren blad en wandspiegels completeerde het
geheel.
Er waren drie scheerstoelen in gebruik waarvan men de zitting kon omklap
pen. Tegen de rugzijde was een hoofdsteun met een draaibare papierrol
bevestigd. Achter was een kolenkachel en rechts een wasbak. Tussen de
kachel en de wasbak was in de vloer een luikje waaronder zich een zinken
bak bevond. Elierin werden na afloop van een knipbeurt de haren geveegd.
Voor de kinderen was er een draaikruk die in hoogte verstelbaar was.
In september 1927 trouwde de 24-jarige Johan Jacob met Aagje Blok,
dochter van Elendrik Blok en Maartje Stam "Maartje Rechtop". In die
periode had hij zijn plaats in de kapperszaak al ingenomen, hoewel, zoals
hijzelf later zei, hij helemaal geen kapper wilde worden. Hij had echter
blijkbaar geen keus. Uit het huwelijk werden drie kinderen geboren
Albertus (1935), Hendrik (1937) (schrijver van dit verhaal, red.) en Maria
(1940). Mijn grootvader Albertus sr. overleed in 1939.
Geestgronden, 13 (2006), nr. 1
5