Het Mallegat Het Mallegat (waarschijnlijk verbasterd uit Molengat) bestond uit twee gedeelten; een onverharde strook, die met slecht weer uit plassen en modder bestond (C), en een, door boomwortels hobbelig en aan de vaartkant wegge zakt gedeelte, dat met straatstenen verhard dienst deed als rijweg (D) (afb. 30). Afb. 30: Schets van het Mallegat (Marien Druiven) Vanaf de scheiding van (nu Julianaweg 15/17) waar ook de Hoevervaart eindigde, werd de rijweg van het z.g. wandelpad gescheiden door een rij dikke bomen die ver boven de daken uit torenden (E). Enkele exemplaren hadden een bovengronds wortelstelsel, waarop wij om de boom heen kon den lopen, en met een stam van een kleine meter dik (afb. 31). Het Mallegat was een bijzondere en levendige buurt, met allemaal verschil lende woningen en percelen (A). Diverse woningen hadden bij de voordeur een stoep, die ook verschillende modellen en afmetingen hadden (B). De een bestond eenvoudig uit hardsteen, de ander was van een paar palen voorzien, weer een andere had hekjes op het eind en bestond uit z.g. boe- rengeeltjes. Die stoepen werden iedere week geschrobd. Aan de gemeente werd door de eigenaar jaarlijks belasting (stoepengeld) afgedragen. Op het Mallegat was altijd van alles te doen en te beleven. Boeren en tuin ders woonden er, ook een loodgieter en een timmermanswerkplaats kon je er vinden. De bakker en het café op de hoek, maar liefst drie kruideniers, Butter/Olbers/de Geus, waren er op zo'n stukje van nog geen 100 mtr. gevestigd. Ook voor manufacturen kon je er terecht (afb. 32). 94 Geestgronden, 12 (2005), nr. 2/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2005 | | pagina 46