Als in elkaar gedoken katten lagen de boerderijen in de beschutting van de bomen. Van tijd tot tijd lichtte het rode oog van een laat theelichtje op in het donker. Kunstenaars en monniken, artsen en geesteszieken, filosofen en dichters, kooplieden, boeren en kaashandelaren, tulpenvelden en grazende koeien - dat alles is Noord-Holland. Maar het is meer. Het is een onbepaal de verte, een ruimte die eeuwig open staat. Een engte die door oneindigheid omgeven wordt. Een land waarin de stromen, de winden en de volkeren overal hun invloed doen gelden zonder zich voorgoed te binden. De bewoners van de kust wonen half op het water - veel van hun gedach ten en veel kinderen van hen zijn in Insulinde. De bodem zelf die hen draagt is zeebodem. Het water doorsnijdt het land als een dampende spons. De wind wordt door niets tegengehouden. Alles bukt en buigt zich onder zijn geweld, en de zon, die duizend spiegels vindt, glijdt als een reusachtige schaatser over deze grond, die meer bloemenogen op de wind richt dan waar ook ter wereld. Maar een grote voorliefde heeft de zon van Holland voor de schilders. Hij verandert een klein hoekje van de aarde in een schilderparadijs. Voor de schilders spreidt hij nevelsluiers uit over de polders en de duinen, laat hij Afb. 25: Zelfportret Erwin Bowien Geestgronden, 12 (2005), nr. 2/3 87

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2005 | | pagina 39