formeert in een hogere werkelijkheid. In de ziel van de meester wordt het
innerlijk beeld tot een waarheid die voor alle mensen gelden, maar zijn
talent moet zich helaas tevreden stellen met de uitdrukking van zijn goede,
maar zwakke gevoelens.
Voor het huis van de houtsnijder ligt de tuin van de burgemeester. Daar
kwamen we langs. "Hoe gaat het met je schilderles? Is mevrouw nog ijve
rig?" "O, zomers zitten we achter de volière, voor de grote borders. Het
zijn vooral margrieten. Mevrouw draagt een witte hoed en een zwart jasje,
je kent het wel!" "Kan ze dan een beetje tekenen?" "De vogels - je weet dat
de burgemeester ornitholoog is - schilderen we niet. We schilderen de bloe
men en de vlinders en op regenachtige dagen gaan we het huis in. Op de
piano staat een zeearend die een poging doet op te stijgen - die heb ik een
keer bijna levensgroot in pastel gemaakt. Ik vind dat het 'opgezette' er toen
af was." "Vindt de burgemeester het leuk als je zo'n tekening maakt?"
"Dat weet ik niet. Ik heb nog nooit zo'n zwijgzaam mens ontmoet. Hij is
een gewetensvol ambtenaar, ook daarin lijkt hij op Willem de Zwijger."
Intussen bereikten wij de gasfabriek aan de rand van de duinen. De zon
stond hoog en helder aan de hemel en deed de verste duinenrijen oplichten.
De Koningshoeve straalde rood, de sneeuw was achter het pyramidevormi-
ge dak gewaaid en de beschuttende wand van de dubbele rij bomen om de
boerderij heen, tekende zich zwart af tegen de lichte vlakken van de grond.
De weg, die verstevigd was met stenen van de oude ruïne van Egmond,
voerde door duinen en polders. We lieten de boerderijen achter ons, ruiters
kwamen ons tegemoet. Ze bevolkten het oude Ruisdael-schilderij met figu
ren van Van de Velde, en pas toen ze vlakbij waren zagen we dat het niet
Michiel de Ruyter was die terugreed naar zijn oudedags-huisje. Al gauw
kwamen we ook langs het derde en laatste Egmond.
Egmond-Binnen
Het nieuwe klooster, dat op de ruïnes van de oude abdij gebouwd is, toren
de met het hoge dak ver boven het land uit. Wij hadden het klooster al lang
achter ons gelaten, toen er een groep monniken aankwam. Aangezien ze
mij vaak hadden gadegeslagen als ik aan het werk was, bleven ze even
staan praten. Hun vredige, ontspannen gezichten gaven ons het eigenaardi
ge gevoel in een voorbije eeuw te leven.
De hoge duinen bieden beschutting aan kunstenaars en dichters, filosofen,
monniken en geesteszieken, - en aan bloemenkwekers en kooplieden, die
rentenieren van hun in den vreemde verdiende vermogen.
Geestgronden, 12 (2005), nr. 2/3
85